Onze Gildepastor Franklin De Coninck
Noveengebed
Goede God, door uw Zoon Jezus heeft U veel wonderen verricht:
blinden konden weer zien en lammen lopen, melaatsen genazen en
doven konden weer horen, doden stonden op en aan armen werd de
Blijde Boodschap verkondigd. Ook de apostelen hebben in de naam
van Jezus veel wonderen gedaan.
Leonardus volgde hen na. Hij leefde vanuit de Blijde Boodschap.
Hij stond open voor mensen in nood. Hij hielp hen naar lichaam en ziel.
Vele gevangenen wist hij te bevrijden.
Wij vragen U, hemelse Vader, leer ons de kracht van de voorspraak van de
heilige Leonardus kennen en verleen ons de gunst waarom wij bidden.
( Hier kan de eigen intentie worden genoemd.)
Dit vragen wij U, vertrouwend op de hulp van de heilige Leonardus en
in de naam van Jezus Christus die ons leerde bidden:
Onze Vader...
Beek en Donk maart 2007
St. Leonardus Gilde
Donckse Wij-ing 2014
Feest van de
Donckse Wij-ing
Gebedsdienst bij de
Sint Leonarduskapel aan de Goorloop
op zondag 25 mei
2014 om 10.00 uur
Een eerbiedig en
gezellig samenzijn van gildebroeders, gildezusters, vrienden en buurtgenoten,
vereerders van Sint Leonardus
uit Beek en Donk en
wijde omgeving.
De gezangen worden
verzorgd door het Dameskoor Sint Leonardus
o.l.v. H.
Heesakkers.
Voorganger:
gildepastor diaken F. De Coninck
Openingszang: Het Leonarduslied (vier coupletten)
Allen:
Leonardus, u ter ere,
klinke luid ons jubellied!
Trouwe dienaar van den Heere,
neen, gij smaadt ons zangen
niet. (2x)
Lange jaren, honderdtallen,
hield de Donk Sint Leendert
hoog.
’t Volk, dat u te voet kwam
vallen,
hief gelovig ‘t hart omhoog.
(2x)
Refrein:
O, Leonardus,
aanhoor ons lofgedicht.
Uw beeld zij ons een licht,
dat ons ten hemel richt
Steeds in breder, breder
scharen
trokken pelgrims naar de Donk.
Heind’ en verre klonk de mare
van ‘tgeen hun Sint Leendert
schonk. (2x)
Leonardus, rouw en smarte
brak voor ’t Donkse kerkje aan.
Alles viel, - in Donkse harten
bleef uw naam geschreven staan.
(2x)
Refrein:
O, Leonardus,
aanhoor ons lofgedicht.
Uw beeld zij ons een licht,
dat ons ten hemel richt
Begroeting en
kruisteken
Inleidend woord
door Hoofdman Geert-Jan van Rixtel Bzn
Gebed om bevrijding
Allen:
God onze Vader, Gij
hebt aan de heilige Leonardus de gave geschonken om gevangenen te bevrijden.
Verleen ons, op
zijn voorspraak, dat wij worden bevrijd
van wat ons leven
bedreigt.
Te vaak zitten wij
gevangen in ons falen, in ons verdriet,
in ons gebrek aan
geloof, aan enthousiasme.
Maak ons tot vrije,
gelukkige mensen.
Schenk ons
vergiffenis en geef, dat wij anderen kunnen vergeven.
Dat vragen wij U
door Jezus Christus onze Heer. Amen
Kyrie en Gloria: uit de Mis in D. van Theo van de Weijer
Lezing uit het
eerste boek Koningen (1 Kon. 17, 8-16)
Gildebroeder Geert-Jan van Rixtel Fzn:
Er was een grote
hongersnood uitgebroken die lang aanhield. De graanschuren waren leeg. Het voedsel
was op. De profeet Elia zwierf dorstig en hongerig rond.
Toen hij bij de
stadspoort van Serafat aankwam zag hij een weduwe die bezig was hout te
sprokkelen. Hij riep haar en vroeg of ze een kommetje water wilde halen, zodat
hij zijn dorst kon lessen. Terwijl ze wegliep om water te halen, riep hij haar
na of ze ook een stuk brood voor hem wilde meenemen. “Zowaar de Heer, uw God,
leeft,” antwoordde zij, “ik heb niets meer in voorraad, alleen een handjevol
meel in de pot en een restje olijfolie in de kruik. Kijk, ik heb een paar
takken geraapt om iets te eten te maken voor mijn zoon en mij. Als dat op is
zullen we van honger sterven.” Maar Elia zei: “Maak u niet ongerust. Doe wat u
van plan was, maar bak van wat u in huis hebt iets voor mij en
kom me dat brengen. Daarna kunt u voor uzelf en uw zoon iets klaar maken, want
dit zegt de Eeuwige, de God van Israël: Tot op de dag dat ik weer regen op de
aarde zal laten vallen, zal er meel in de pot zijn en zal de oliekruik niet
leeg raken.” De vrouw ging naar huis en deed wat Elia had gezegd. En ze hadden
elke dag te eten, zij, Elia en haar familie. Er was meel in de pot en de
oliekruik raakte niet leeg, zoals de Eeuwige bij monde van Elia had beloofd.
Zo spreekt de Heer
Het lied van de
oprechte liefde (m. Auld lang syne)
Waar
liefde mensen samenvoegt
worden
stenen een paleis,
de
kille straat een lentetuin,
de
hel een paradijs.
Refrein:
Een
land van licht en zonneschijn,
een
haard waar men zich warmt:
een
overvolle beker wijn,
een
mens die je omarmt.
De
deur roept je een welkom toe,
een
stoel staat voor je klaar;
de
tafel is. gastvrij gedekt,
een
heerlijk avondmaal.
Refrein:
Lezing uit het
heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas (4, 16-30)
Gildebroeder Frans Meulensteen
Jezus keerde
gesterkt door de Geest terug naar Galilea. Het nieuws over Hem verspreidde zich
in de hele streek. Hij gaf onderricht in de synagogen en werd door allen
geprezen. Hij kwam ook in Nazaret, waar Hij was opgegroeid, en volgens zijn
gewoonte ging Hij op sabbat naar de synagoge. Toen Hij opstond om voor te
lezen, werd Hem de boekrol van de profeet Jesaja overhandigd, en Hij rolde hem
af tot de plaats waar geschreven staat:
“De Geest van Heer
rust op mij,
want Hij heeft mij
gezalfd.
Om aan armen het
goede nieuws te brengen
heeft Hij mij
gezonden,
om aan gevangenen
hun vrijlating bekend te maken
en aan blinden het
herstel van hun zicht,
om onderdrukten hun
vrijheid te geven,
om een genadejaar
van de Heer uit te roepen.”
Hij rolde de
boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle
aanwezigen in de synagoge waren op Hem gericht.
Hij zei tegen hen:
“Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan.”
Zo spreekt de Heer
Overweging
Koorzang: Veni Jesu
Voorbede
Gildebroeders dragen symbolen aan:
gildebroeder Mario van den Elsen het kruis,
gildebroeder Jan Huijbers de Leonarduskaars,
gildebroeder Ruud Vermeulen de boeien,
gildebroeders Huub van de Heuvel en Jan Rovers manden
met Leonardusbroodjes.
Gildebroeder Cees Huijbregts spreekt de gebedsintenties
uit.
Na elke bede zingen allen met het koor:
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
Vendelgebed
Gildebroeder Geert-Jan van Rixtel Fzn tromt,
gildebroeder Tijn van der Bruggen leest,
gildebroeder Frans Meulensteen vendelt.
Het koor zingt het
Onze Vader (Rimski Korsakov)
Koorzang: Frieden en vredeswens
Gebed
Allen:
God onze Vader, wij
danken U voor dit samenzijn bij de kapel. Wij herdachten de wijding van onze
Donkse Sint Leonarduskapel. Moge de geest van het evangelie, zoals de heilige
Leonardus die heeft uitgedragen, ons hart verwarmen. Mogen wij van dag tot dag
elkaars bondgenoten zijn: in onze gezinnen, in het gilde, overal waar mensen
zijn. Mogen we met elkaar vrij zijn en gelukkig en de uitdagingen van het leven
samen aangaan. Dit bidden wij U door Jezus onze Broeder en Heer en op
voorspraak van Sint Leonardus onze patroon. Amen
Mededelingen door
Hoofdman Geert-Jan van Rixtel Bzn
Wijding van de
Leonardusbroodjes
Voorganger:
Goede Vader in de
hemel, die ons het leven schonk en ons behoedt,
wij danken U voor
het goede voorbeeld van Leonardus van Noblat, die voor vele mensen een
bevrijder was. Hij is de patroon van de mensen van de Donk en van ons gilde, al
vele eeuwen.
Zegen deze Sint
Leonardusbroodjes, opdat degenen die ze bewaren en eten erdoor gesterkt worden
naar lichaam en ziel.
In de naam van de
Vader en de Zoon en de heilige Geest. Amen
Zegen
Leonarduslied: overige coupletten
Allen:
Op den puinhoop waar zij
knielden,
bouwde straks het nageslacht.
Hun geloof dat ons bezielde
heeft deez’ kerk tot stand
gebracht. (2x)
Refrein:
O, Leonardus,
aanhoor ons lofgedicht.
Uw beeld zij ons een licht,
dat ons ten hemel richt
Goede Jezus, hemelkoning,
hoor ons danklied, hoor ons
bee.
Zegen Leonardus’ woning,
geef zijn volk geluk en vree.
(2x)
Leonardus, schutspatrone,
geef dat wij u hier beneen
trouw vereren en Gods Zone
loven door al d’ eeuwen heen. (2x)
Refrein:
O, Leonardus,
aanhoor ons lofgedicht.
Uw beeld zij ons een licht,
dat ons ten hemel richt
Laatst bewerkt op 26 mei 2014, 18:59. Geplaatst op 26 mei 2014, 16:35.Gebedsdienst jaarvergadering 2014
Jaarvergadering Gilde Sint-Leonardus Beek en
Donk
18 januari 2014
Gebedsviering
Lied (Liederen
worden ingezet door gildebroeder Piet Rovers)
Dank U voor deze nieuwe morgen,
dank U voor deze nieuwe dag,
dank U dat ik met vreugd’ en zorgen
bij U komen mag.
Dank U voor alle bloemengeuren,
dank U voor ieder klein geluk,
dank U voor alle held’re kleuren,
dank U voor muziek.
Dank U dat Gij hebt willen spreken,
dank U, Gij hoort een ieders taal,
dank U dat Gij het brood wilt breken
met ons allemaal
Welkom en
kruisteken
Welkom gildebroeders, we beginnen onze jaarvergadering
met gebed.
Wij willen God danken
voor al het goede dat ons in het voorbije jaar ten deel
is gevallen
en wij bidden om zegen
voor het jaar dat nog voor ons open ligt.
De dagen worden weer langer, vooral ’s avonds is dat al
een beetje te merken.
Bidden we,
dat het licht van God in ons komt
en ons verstand verheldert en ons hart verwarmt.
Laten we een ogenblik stil zijn,
als gildebroeder Jan Huijbers de Leonarduskaars
aansteekt
en zeggen wij vooraf:
in de naam van de Vader en de Zoon en heilige Geest.
Amen
De Leonarduskaars
wordt ontstoken (gildebroeder Jan Huybers)
Gebed (Allen)
En laten we samen
bidden…
Goede God, Gij die er voor ons zijt,
van jaar tot jaar, van dag tot dag,
2014 is nog nieuw.
Wat zal het ons brengen?
Wij hopen,
dat er onder ons veel goeds zal ontkiemen,
en dat wij, mocht het ons treffen,
op waardige wijze
tegenslag en verdriet zullen dragen.
Dat vragen wij als gildebroeders ,
op voorspraak van Leonardus,
onze patroonheilige. Amen
Lezing uit het
boek Prediker (3, 1-8, gildebroeder Frans Meulensteen)
Alles heeft zijn uur, alle
dingen onder de hemel hebben hun tijd. Er is een tijd om te baren en een tijd
om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om wat geplant is te oogsten.
Een tijd om te doden en een tijd om te genezen, een tijd om af te breken en een
tijd om op te bouwen. Een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd
om te rouwen en een tijd om te dansen. Een tijd om stenen weg te gooien en een
tijd om stenen te verzamelen, een tijd om te omhelzen en een tijd om van
omhelzen af te zien. Een tijd om te zoeken en een tijd om te verliezen, een
tijd om te bewaren en een tijd om weg te doen. Een tijd om stuk te scheuren en
een tijd om te herstellen, een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken.
Een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten, een tijd voor oorlog en een
tijd voor vrede.
Lied
Nu gaan de bloemen nog dood.
Nu gaat de zon nog onder.
Nooit gebeurt er een wonder,
niemand kan zonder brood.
Refrein
Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw,
de hemel en de aarde.
Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw,
de hemel en de aarde.
Nu heb je nooit genoeg.
Nu blijf je steeds iets missen
en in het ongewisse
of je ooit krijgt wat je vroeg Refrein
Daar is geen zon en geen maan.
Daar zal God ons verlichten.
Daar zullen alle gezichten
vol van zijn heerlijkheid staan Refrein
Lezing uit het
evangelie volgens Marcus (4,26-29, gildebroeder Tijn van der Bruggen)
Het gaat met het Rijk Gods als
met een man die zijn land bezaait; hij slaapt en staat op, ’s nachts en
overdag, en onderwijl kiemt het zaad en schiet op, maar hij weet niet hoe. Uit
eigen kracht brengt de aarde vruchten voort, eerst de groene halm, dan de aar,
dan het volgroeide graan in de aar. Zodra de vrucht het toelaat, slaat hij er
de sikkel in, want het is tijd voor de oogst.
Overweging
Het is vandaag alweer de achttiende dag van
het nieuwe jaar 2014. Twee weken geleden ontmoetten wij elkaar met vrienden en
bekenden voor een nieuwjaarsbijeenkomst op Het Wipke, met veel gezelligheid,
een glaasje en ouderwets lekkere snert met roggebrood. En voor je het weet,
begint het nieuwe jaar zijn nieuwheid al een beetje te verliezen.
Tijd: we leven erin, we kunnen niet zonder,
als onze tijd ophoudt sterven we. Dan is onze tijd voorbij.
Veel mensen klagen dat ze tijd tekort
komen, dat een week, een vakantieperiode, een jaar veel te vlug voorbij is
gegaan. Zelfs mensen van het seniorenkoor die ik wekelijks zie, klagen erover
dat de tijd voorbij vliegt, terwijl ze toch alle tijd van de wereld zouden
moeten hebben, denk je.
Jonge mensen met kleine kinderen, moeten
met hun tijd woekeren. Elke dag vroeg opstaan, met de kinderen de badkamer in,
aankleden, ontbijten. Kinderen naar het kindcentrum brengen of naar een
oppasmoeder en dan naar het werk. De vader naar het zijne, de moeder naar het
hare. Tijdens de middagpauze nog wat boodschappen doen. Na vijf uur gauw naar
huis, vaak in de file zitten, kinderen ophalen, eten koken, nog een spelletje,
een verhaaltje voor het slapen, dan nog even languit op de bank, wat tv kijken,
maar toch vroeg naar bed, want morgen weer vroeg op.
Maar over de wijze waarop mensen hun tijd
gebruiken en beleven kan nog zo veel meer worden gezegd. Ieder kan er zijn
eigen verhaal bij vertellen. Maar al dat slaven en draven wat mensen elke dag
weer doen of niet doen, omdat ze gedwongen stilzitten, door werkloosheid of
ziekte, een ongeluk, het kan op een gebed zonder eind lijken, een eindeloze
worst, plat gezegd. Wat is de zin van al ons menselijk gedoe? Ik denk, dat de
lezing uit het boek Prediker van meer dan twee duizend jaar geleden, herkenning
bij ons kan oproepen en ons doen verzuchten dat er in al die eeuwen nog niet
veel is veranderd. En dit is het voor ons, mensen, hiermee zullen we het moeten
doen, lijkt Prediker te willen zeggen.
Jezus heeft vandaag ook een verhaal voor
ons, het is niet lang, Hij heeft het verteld aan de mensen van zijn tijd. Ook
al lang geleden, maar nog heel herkenbaar. Het gaat over een boer die hard
werkt: ploegen, eggen, zaaien en afwachten hoe de oogst zal uitvallen. Het werk
van de boer kan niet gemist worden en het is maar goed dat hij het gedaan
heeft, maar waar komt de groeikracht van dat zaad vandaan? Zomaar komen de
groene sprietjes op bij de eerste lentezon. Hij begrijpt er niets van, hij gaat
naar bed en hij staat op, en hij snapt het niet, maar de aarde is zo
vruchtbaar, de natuur zo sterk, kijk eens hoe het gewas op de akker zich
onweerstaanbaar ontwikkelt: eerst de groene halm, dan de aar, dan het volgroeide
graan in de aar. Als ik mijn ogen sluit bij deze woorden van Jezus dan is het
net of ik naar een mooie opname uit een natuurfilm zit te kijken. En wat een
vreugde als de tijd voor de oogst is aangebroken, dan slaat de boer
onmiddellijk de sikkel in het rijpe koren.
Heel subtiel vertelt Jezus ons, dat we
vertrouwen mogen hebben ook al zien we het in ons leven soms niet zitten, zijn
we gefrustreerd, teleurgesteld, uitgeblust: we mogen vertrouwen op de oerkracht
die ons draagt, die ons nooit in de steek laat en die ons brengen zal naar iets
waar we voorlopig allen nog maar van kunnen dromen, maar we moeten wel
meehelpen, zoals die boer. Amen
Voorbede (gildebroeder André van Nunen)
Jezus,
en velen in zijn voetspoor,
zoals onze patroonheilige Leonardus,
namen het op voor onderdrukte en kleingehouden mensen.
Bidden wij om mensen zoals zij voor de wereld van vandaag
en morgen…
Voor mensen die moeten leven onder dwang en dictatuur:
dat er steeds weer mensen opstaan die zich verzetten
tegen dit onrecht,
zoals ooit Leonardus deed en in onze tijd Nelson Mandela,
dat er onder ons voorgangers naar vrijheid en vrede mogen
zijn.
Laat ons zingend bidden….
Voor mensen die,
bedacht op eigen welzijn,
anderen aan hun lot overlaten:
dat zij zich bekeren,
en in woord en daad
vruchtbaar worden voor de wereld …
Laat ons zingend bidden….
Voor ons, hier samengekomen:
dat Jezus’ verhaal van het stil kiemende graan
ons mag aanspreken,
dat zijn geest over ons vaardig mag worden,
opdat ook wij brood en vrede, licht en liefde delen met
velen…
Laat ons zingend bidden….
Voor hen die ons dierbaar zijn,
voor de zieken onder ons,
voor gildebroeder Frans,
dat we hem en zijn gezin nabij en tot steun mogen zijn,
(Er wordt een kaarsje voor Frans aangestoken)
voor onze overleden gildebroeders en gildezusters
vandaag in het bijzonder voor Rieky Huijbregts
dat ze nu thuis mogen zijn bij God,
voor onze gildebroeder Cees,
dat hij troost en kracht mag ondervinden om toch weer
verder te gaan.
Laat ons zingend bidden….
Maak vruchtbaar, God,
allen die zich aan U toevertrouwen.
Vervul ons allen van de gezindheid die in Jezus was,
opdat wij, zoals Hij,
mensen voor mensen worden.
Amen
Onze Vader
Wees gegroet
Vredeswens
Tot verbondenheid en vrede roept Jezus ons
samen.
Hij biedt ons zijn vrede aan.
“Mijn vrede laat ik jullie na”,
sprak Hij tot zijn vrienden,
“mijn vrede geef ik jullie”.
Zijn vrede mogen wij elkaar van harte
toewensen.
Laten wij elkaar een teken van vriendschap
en vrede geven.
Slotgedachte (gildebroeder Geert-Jan van Rixtel Bzn)
Groeien is kunnen leven met onzekerheden, naar anderen toe
gaan zonder vooroordelen, delen, ontvangen en geven, er zijn zonder te eisen,
je in vrijheid binden, kiezen voor datgene wat mensen meer mens maakt.
Zending en zegen
Waar mensen gaan delen, wordt de wereld nieuw.
Zo wordt Gods droom de onze,
ontkiemt het zaad op onze akkers,
nog voor wij het beseffen.
Moge Hij ons daartoe zegenen,
in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest.
Amen
En gaan wij na het Leonarduslied heen in vrede
Sint Leonarduslied
Leonardus, u
ter ere,
klinke luid
ons jubellied!
Trouwe
dienaar van den Heere,
neen, gij smaadt ons zangen niet.
(2x)
Refrein:
O,
Leonardus,
aanhoor ons
lofgedicht.
Uw beeld zij
ons een licht,
dat ons ten
hemel richt
Lange jaren,
honderdtallen,
hield de
Donk Sint Leendert hoog.
’t Volk, dat
u te voet kwam vallen,
hief gelovig
‘t hart omhoog. (2x)
Refrein
Leonardus,
schutspatrone,
geef dat wij u hier beneen
Trouw
vereren en Gods Zone
loven door al d’ eeuwen heen. (2x)
Refrein
Laatst bewerkt op 19 januari 2014, 18:54. Geplaatst op 19 januari 2014, 18:32.Eucharistieviering 3 november 2013
Het Gilde Sint-Leonardus vierde met de
parochiegemeenschap van Beek en Donk
op zondag 3 november 2013 om 11.00 uur
in de kerk van de H. Michaël
het feest van zijn Patroon
Voorgangers: J. Verbraeken, pastoor en F. De Coninck,
diaken-gildepastor
Acolieten: gildebroeders Cees Huijbregts en Jan
Huijbers
Muzikale ondersteuning: Sint-Leonardusdameskoor
Dirigent H. Heesakkers, organiste A. Werners
Inleidend woord (diaken Franklin De Conick)
“Hier wordt een
huis voor God gebouwd”, zongen we zojuist, een prachtig lied, dat toch een
wrang gevoel in mij oproept, omdat op 13 januari van dit jaar een van de twee
prachtige kerkgebouwen die ons dorp Beek en Donk rijk is, na ruim honderd jaar
aan de eredienst werd onttrokken:
de Leonarduskerk,
nog maar kortgeleden prachtig gerestaureerd. Toch werd de deur op slot gedaan. Het
kon niet anders, want ter wille van de toekomst van ons bisdom moet er worden
gereorganiseerd, het aantal parochies sterk worden ingekrompen, kerken
gesloten.
Heel wat bewoners
van de Donk bleven bedroefd achter. Ook het gilde Sint Leonardus had het er
moeilijk mee. Maar nu zijn de gildebroeders en gildezusters toch met vele
parochianen hier in deze Michaëlkerk in Beek samengekomen om het jaarlijks
feest van hun patroonheilige te vieren.
Leonardus in Beek,
in de Michaëlkerk, kan dat zo maar?
Ja, dat kan. Ik
denk, dat Leonardus het er niet zo moeilijk mee heeft. Hij kan ons in ons gemis
inspireren en bemoedigen.
De jonge Leonardus
is niet op één plaats blijven plakken. Hij was niet aan het pluche van het hof
van koning Clovis gehecht, maar is op pad gegaan zijn roeping achterna. Hij is
de edelman, die kluizenaar werd, de helper van boeren, reizigers en gevangenen.
Hij maakte een voetreis van meer dan duizend kilometer tot in de buurt van
Limoges waar hij in het bos op de plek die Noblat genoemd werd een eenvoudige
hut heeft gebouwd.
Dat het mooie
Leonardusbeeld dat bijna een eeuw in de Donkse kerk stond en daar vereerd werd
nu een ereplaats heeft gekregen in deze Michaëlkerk zal niet tegen de zin van
Leonardus zijn. Hij is weer eens een stukje op reis gegaan. Leonardus ging vijftien
honderd jaar geleden op pad en in een ruige streek heeft hij de mensen niet
alleen door zijn prediking tot geloven aangezet, maar vooral door zijn daden
van medemenselijkheid. In woord en daad heeft hij Jezus verkondigd en Gods
liefde voorgeleefd. Leonardus kan wel tegen een stootje. Ook hier bij de
aartsengel Michaël, voelt hij zich thuis en bij ons allemaal.
Jan Huijbers,
gildebroeder, ik wil je vragen de kaars bij Leonardus te ontsteken en zo zijn
licht onder ons te laten schijnen. Kom maar. En terwijl je de kaars aansteekt
wil ik ook nog even zeggen, dat het vandaag de verjaardag is van onze
medeparochiaan pater Eustachius van Lieshout die geboren werd op 3 november
1890. Hij werd missionaris van de paters van de H.H. Harten in Brazilië waar
hij een soort volksheilige werd en zeer betreurd in 1943 stierf. Op vijftien
juli 2006 is hij in Belo Horizonte zalig verklaard.
Homilie (diaken-gildepastor)
In de heilige
Schrift waaruit de kerk van week tot week enkele gedeelten leest, vind je, te
midden van die vele woorden, soms een korte samenvatting, zoals bij voorbeeld
over het leven van de eerste christenen. Kort en bondig schrijft Lucas: “Allen
die het geloof hadden aangenomen, waren eensgezind en bezaten alles
gemeenschappelijk; ze waren gewoon hun bezittingen en goederen te verkopen en
die onder allen te verdelen naar ieders behoefte. Dagelijks bezochten ze trouw
en eensgezind de tempel, braken het brood in een of ander huis, genoten samen
hun voedsel in blijdschap en eenvoud van het hart…”( Hand. 2, 44-46).
De evangelielezing
van deze morgen bevat ook zo’n samenvatting,
maar dan van het
optreden van Jezus.
Mattheüs schrijft:
“….Jezus ging rond door alle steden en dorpen, waar Hij onderricht gaf in hun
synagogen, de Blijde Boodschap verkondigde van het koninkrijk en alle ziekten
en kwalen genas.”(Mt. 9, 35)
Jezus is op pad
gegaan, hij heeft zijn land doorkruist en in de steden en dorpen waar Hij
aankwam de Blijde Boodschap van de komst van Gods koninkrijk verkondigd, maar
dat niet alleen: in die steden en dorpen heeft Hij mensen in hun nood geholpen,
vooral hen die onder ziekten en kwalen gebukt gingen. Jezus optreden werd niet
alleen door zijn woorden over God getekend, maar ook door zijn daden van
mensenliefde. Woord en daad zijn bij Jezus niet los verkrijgbaar. Die zijn
onverbrekelijk. Dat is een kernachtige samenvatting van zijn optreden.
Zo liet een van
Jezus’ eerste leerlingen, Jacobus, het ons in de tweede lezing ook horen:
geloof zonder daden
is een dood geloof.
De woorden van de
profeet Jesaja die we in de eerste lezing beluisterden: “Ik ben door God
gezalfd, om aan de armen de blijde boodschap te brengen, ik ben gezonden om te
genezen wier hart gebroken is, gevangenen hun vrijlating te melden…”, heeft
Jezus in de synagoge van zijn vaderstad Nazareth op zichzelf van toepassing
verklaard. Zo zag Hij zijn roeping. “Deze woorden van de profeet gaan vandáág, ja
nú, in vervulling”, zei Hij, toen aller ogen gespannen op Hem gericht waren, de
mensen nieuwsgierig waren naar wat Hij nu wel zou gaan zeggen. Deze dienaar van
God onder de mensen, beschreven door de profeet Jesaja, was Hij. Dat was heel
zijn toespraak. Korter had Jezus het niet kunnen zeggen. (Luc. 4, 16-30)
Leonardus heeft deze
levenswijze van Jezus nagevolgd. Zo heel veel weten we niet meer van hem. Hij
leefde in een wereld die op zijn kop stond. Het Romeinse rijk was ingestort,
nieuwe rijken, zoals dat van de Franken met de legendarische koning Clovis aan
het hoofd, ontstonden met horten en stoten in een verscheurd, verward en
verarmd Europa. En wat mensen zich, na al die jaren, nog van Leonardus kunnen herinneren,
is dat hij gevangenen opzocht en troostte en heel wat van hen wist te
bevrijden. Leonardus is de patroon van de gevangenen. Kijk nog maar eens goed
naar zijn beeld in ons midden. En kijk naar zijn rechterhand. Die houdt een
ketting vast, een ketting die losgemaakt is van de polsen van een gevangene.
Dat beeld van Leonardus is ons, over alle eeuwen heen, bijgebleven.
Ook in onze tijd
zitten nog vele mensen gevangen, in strafkampen, gevangenissen, huizen van
bewaring of thuis met een enkelband. Maar er zijn ook mensen die opgesloten
zitten in de economische crisis, die wel vooruit willen, maar niet kunnen. Er
zijn er ook die niet los kunnen komen van hun verslaving, die niet buiten drugs
of alcohol kunnen, of van hun computer, hun smart Phone, hun tablet kunnen
afblijven.
Er zijn er ook die
opgesloten zitten in maatschappelijke vooroordelen, omdat ze een andere
huidskleur hebben, een andere geaardheid. We kunnen ook heel dicht bij ons zelf
blijven en overdenken waarin we zelf zijn vastgelopen.
Leonardus kan voor
velen onder ons een aansprekende dienaar van God zijn, de patroon van mensen
die gevangen zijn, vast zitten in hun problemen. Leonardus is een heilige van
heel lang geleden, maar uit de tijd is hij zeker niet, hij is nog altijd
actueel. In zijn leven komen we op het spoor dat onze God een bevrijdende God
is, dat Jezus niet anders heeft gedaan dan zwoegen om mensen weer op de been te
helpen, ze met God en met elkaar te verzoenen, ze te bevrijden van hun
tekortkomingen, van al wat hen bedrukte, zodat ze weer uitzicht kregen, zichzelf
konden zijn en wegbereiders worden van Gods koninkrijk dat op handen is.
Leonardus heeft het
visioen van Jezus op zijn eigen manier, in zijn eigen tijd, handen en voeten
gegeven. En wij, voelen wij ons door Leonardus aangesproken om in onze eigen
situatie daadwerkelijk iets voor mensen te doen, zodat ze weer een beetje
vooruit kunnen? We vinden het misschien wel moeilijk, maar ook wij hebben net
als Leonardus een kloppend hart en twee handen. Laten we luisteren naar ons
hart en onze handen laten spreken. We hoeven er niet mee te koop te lopen, maar
toch, alle kleine beetjes helpen en vele kleintjes maken een grote. Een
vriendelijk woord, een glimlach kan voor een ander al zoveel betekenen.
Laten we tijdens
deze plechtige eucharistieviering met zoveel mooie zang, toch nog eens nadenken
wat Leonardus ons misschien ook nu nog in 2013 te zeggen heeft of wandel in de komende
tijd nog eens langs de Goorloop op de Donk en als je daar die kleine
Leonarduskapel ziet staan, ga er dan binnen. Ga op een bankje zitten, laat de
stilte op je inwerken en steek een kaarsje op en besef dat ongeveer op deze
plek al minstens sinds 1422 mensen bij Leonardus zijn komen bidden.
Amen
Laatst bewerkt op 4 november 2013, 20:22. Geplaatst op 4 november 2013, 19:17.Gebedsdienst Donckse Wij-ing 2013
Feest
van de Donckse Wij-ing
Gebedsdienst
bij de Sint Leonarduskapel aan de Goorloop
op
zondag 2 juni 2013 om 10.00 uur
Een eerbiedig
samenzijn van gildebroeders, gildezusters, vrienden en buurtgenoten, vereerders
van Sint Leonardus uit Beek en Donk en wijde omgeving en met gasten uit
Gittelde (D) en Zoutleeuw (B)
De gezangen worden
verzorgd door Seniorenkoor Sint Joachim uit Beek en Donk,
dirigent is Hans
Kempe, pianiste Jolanda Demirel.
Voorganger:
gildeheer diaken F. De Coninck
Acolieten:
gildebroeders Harrie van Dijk en Cees Huijbregts
Versiering:
gildezuster Maria Huijbers
Begroeting door de diaken
Welkom allemaal,
recht herzlich wilkommen liebe Brüder and Schwestern aus Gittelde, hartelijk
welkom gildebroeders en gildezusters uit Zoutleeuw, laten wij allen hier
aanwezig, elkaar begroeten in de naam de Eeuwige, die al van ons hield nog voor
we geboren waren en die ons altijd zal beminnen:
in de naam van de
Vader en de Zoon en de heilige Geest. Amen
En laten wij,
gesteund door het Seniorenkoor Sint Joachim een loflied aanheffen.
Lied (coupletten 2
en 4)
Refrein:
Zingt een nieuw
lied, alle landen.
Zingt voor de Heer
en verheerlijkt zijn naam.
Groot is de Heer,
die wij vrezen en prijzen!
Aarde en lucht
komen vers uit zijn hand,
schoonheid en
kracht vergezellen Hem beide:
wild is de zee en
tevreden het land.
Refrein
Juicht wat in zee
leeft, of leeft op de velden:
ziet uw Verlosser
gaat komen, weest blij!
Wuift alle bomen
der wouden, verwelkomt
juichend uw koning,
want Hij is nabij!
Refrein
Welkom door
hoofdman Geert-Jan van Rixtel Bzn
Wierook wordt
aangestoken bij het beeld van Sint Leonardus
Sint Leonarduslied (drie
coupletten)
Leonardus, u ter
ere,
klinke luid ons
jubellied!
Trouwe dienaar van
den Heere,
neen, gij smaadt
ons zangen niet. (2x)
Refrein:
O, Leonardus,
aanhoor ons
lofgedicht.
Uw beeld zij ons
een licht,
dat ons ten hemel
richt
Lange jaren,
honderdtallen,
hield de Donk Sint
Leendert hoog.
’t Volk, dat u te
voet kwam vallen
hief gelovig ‘t
hart omhoog. (2x) Refrein
Steeds in breder,
breder scharen
trokken pelgrims
naar de Donk.
Heind’ en verre
klonk de mare
van ‘tgeen hun Sint
Leendert schonk. (2x) Refrein
Gebed
Allen:
God onze Vader, Gij
hebt aan de heilige Leonardus de gave geschonken om gevangenen te bevrijden.
Verleen ons, op
zijn voorspraak, dat wij worden bevrijd van alles wat ons leven bedreigt.
Wij zijn te vaak de
gevangenen van onze onmacht, van ons verdriet, van ons gebrek aan geloof, hoop
en liefde.
Maak ons tot vrije,
gelukkige mensen.
Schenk ons vergiffenis
en geef dat wij anderen kunnen vergeven.
Dat vragen wij U
door Jezus Christus onze Heer. Amen
Lezing uit het
eerste boek Koningen (17, 8-16)
Gildebroeder Frans
Meulensteen:
Samen delen houdt
mensen in leven
In heel het land
heerste een ernstige hongersnood.
Toen kwam het woord
van de Eeuwige tot de profeet Elia. “Vertrek naar Sarefat, dat onder Sidon
valt, en ga daar wonen. Ik heb daar een weduwe bevolen voor u te zorgen.
Toen hij bij de
stadspoort kwam was daar een weduwe hout aan het sprokkelen. Hij riep tot haar:
“Wees zo goed en haal voor mij in deze kruik een beetje water. Ik zou graag wat
drinken.” Toen zij het ging halen riep hij haar na: “Wees zo goed en breng ook
een stuk brood mee.” Zij antwoordde: “Zowaar de Eeuwige, uw God, leeft, ik heb
geen brood meer, alleen nog maar een handvol meel in een pot en een beetje olie
in een kruik. Ik sprokkel nu wat hout en ga dadelijk naar huis om voor mij en
voor mijn zoon voor het laatst eten klaar te maken. Daarna wacht ons de dood.”
Elia antwoordde:
“Vrees niet, ga naar huis en doe wat u van plan bent, maar maak van het meel en
de olie eerst een broodje voor mij en breng mij dat. Voor uzelf en uw zoon kunt
u daarna zorgen. Want zo zegt de Eeuwige, de God van Israël: de pot met meel
raakt niet leeg en de kruik met olie niet uitgeput, totdat de Eeuwige het weer
laat regenen.”
Toen ging zij heen
en deed wat Elia gezegd had, en dag aan dag hadden zij te eten, hij, zij en
haar gezin. De pot met meel raakte niet leeg en de kruik met olie niet
uitgeput, volgens het woord dat de Eeuwige gesproken had door Elia.
Zo spreekt de Heer.
Tussenzang (coupletten
1, 3 en 4)
Zingt voor de Heer
van liefde en trouw,
die onder ons
verblijven wou.
Zingt als het gras
dat dankt voor dauw:
alleluja, alleluja.
Zingt voor de
liefde die ons bindt,
die in ons hoofd
haar woning vindt,
die in ons hart
haar rijk begint;
alleluja, alleluja.
Zingt voor het heil
dat komen gaat;
zingt voor de deur
die open staat;
zingt voor de God
die zingen laat;
alleluja, alleluja.
Lezing uit het
evangelie volgens Matteüs (7,24-28)
Diaken:
Wie handelt naar
Gods woord, bouwt op een stevig fundament.
Jezus sprak:
“Wie mijn woord
hoort en ernaar handelt, gedraagt zich als een verstandige man die zijn huis op
de rots heeft gebouwd. Er kwam een wolkbreuk en een geweldige overstroming, de
stormen gierden en rukten aan het gebouw. Maar het stortte niet in. De
fundamenten ervan stonden immers op de rots.
Maar wie mijn
woorden hoort en er niet naar handelt, gedraagt zich als een onverstandige man.
Hij bouwde zijn huis op het losse zand. Er kwam een wolkbreuk, een geweldige
overstroming, de stormen gierden en rukten aan het huis, het viel in elkaar en
het was één grote puinhoop.”
Zo spreekt de Heer
Overweging
De weduwe die door
de profeet Elia wordt aangesproken was straatarm. Ze werd gemeden door de
mensen in haar stad. Weduwen en wezen telden in die dagen nauwelijks mee.
Men liet hen links
liggen.
Uitgerekend deze
vrouw spreekt de profeet Elia, de man Gods die honger heeft, aan.
Hij vraagt haar om
wat water en een broodje. Op dat ogenblik was ze juist van plan van het handje
meel op de bodem van haar voorraadvat een laatste broodje te bakken voor haar
zoon en haarzelf, het samen op te eten en de hongerdood af te wachten.
Toch bakt ze voor de
vragende profeet een broodje. En dan gebeurt er een spijswonder dat duren zal
totdat de hongersnood over zal zijn. Haar pot met meel raakte niet leeg, er was
steeds voldoende olie in haar kruik, samen hadden ze te eten: de profeet Elia,
haar zoon en zij zelf.
Wat mij in dit
verhaal het meest aanspreekt is wat die straatarme vrouw doet. Het kleine
beetje dat ze heeft deelt ze met een ander, een vreemdeling nog wel. Dat ze dát
kan is voor mij het grote wonder van deze vertelling. Ze geeft wat ze heeft. Ze
laat een ander niet in de steek.
Het is de
overtuiging van onze geloofstraditie, dat waar mensen zo met elkaar omgaan, ze
handelen naar Gods hart.
Dat de pot met meel
niet leeg raakt tijdens de hongersnood, maakt ons, gelovigen, duidelijk, dat God achter die weduwe staat, dat zijn
hart uitgaat naar mensen die met elkaar hun lief en leed delen.
Leonardus bouwde
aan het begin van de zesde eeuw van onze jaartelling op een plek in een bos in
de streek van Limoges die Noblat genoemd werd een hut. Hij wijdde zich daar aan
gebed en Bijbellezing en stond klaar voor reizigers die bij hem aanklopten voor
een maaltijd, een bed voor de nacht. Leonardus werd een raadgever van de boeren
en werkte met hen mee. Zijn naam raakte bekend en nu na vijftienhonderd jaar is
zijn naam nog steeds bekend. Hij werd een van de grote Europese heiligen die in
kapellen en kerken in vele landen wordt vereerd.
Ook hier op de Donk,
al minstens sinds 1422.
Misschien hebben
mensen hier op de Donk en op al die plaatsen hun toevlucht bij Leonardus
gezocht, en doen ze het nog, omdat Leonardus laat zien hoe een mens een leven kan
leiden dat de moeite waard is voor God, voor de naasten en voor zichzelf.
Leonardus wijst een weg van liefde en bevrijding, zonder rituelen, zonder
geleerdheid. Hij is een man van het volk.
Hier in ons midden
staat vandaag een Leonardusbeeld. Het is afkomstig uit de prachtige neogotische
Leonarduskerk aan de Kapelstraat die helaas op 13 januari van dit jaar aan de
eredienst is onttrokken. Het grote gepolychromeerde Leonardusbeeld in de kerk is
na die laatste eredienst overgebracht naar de Heilige Michaëlkerk. Het kleine
beeld, in eerlijk eiken, onbeschilderd, dat in de sacristie stond is nu door
het parochiebestuur aan het Sint Leonardusgilde in bruikleen afgestaan. Het zal
vandaag een ereplaats krijgen in deze kapel. Wij zijn het parochiebestuur zeer
erkentelijk, dat Leonardus op de Donk kan blijven, want Leonardus hoort op de
Donk, al minstens zes honderd jaar is hij er.
Leonardus is een
heilige die ongeveer op de plek waar we nu staan, door de jaren heen is
aangeroepen als mensen van de Donk het moeilijk hadden, als ze ongerust waren
over hun gezondheid of die van hun dierbaren, als er ziekte heerste onder het
vee, maar vooral is Leonardus wijd en zijd beroemd als de patroon van de gevangenen.
De
levensgeschiedenis van Leonardus is daarom zo spannend, omdat hij helemaal niet
arm had hoeven zijn, helemaal niet in een hut in de eenzaamheid had moeten
wonen. Hij was van adel. Zijn bedje was gespreid. Clovis, de koning van de
Franken, was zelfs zijn peetvader die hem bij zijn doop in zijn armen hield. De
beroemde bisschop Remigius was zijn leermeester. Remigius vertelde hem over
Jezus, de Zoon van God die afstand deed van macht en rijkdom, die zich
bekommerde om de geknechte mens, die mensen wilde bevrijden van alles wat hen
bedrukte, die hen vrij en gelukkig wilde maken.
Dat ideaal heeft de
jonge Leonardus aangesproken. Hij voelde zich geroepen Jezus’ voorbeeld te
volgen en de handen uit de mouwen te steken zoals Jezus heeft gedaan. Voor
Leonardus vielen godsdienst en mensendienst samen. Ik denk dat deze
christelijke levenswijze velen onder ons zal aanspreken en dat daarom Leonardus
al alle vele eeuwen een alom geliefde heilige is, een volksheilige.
Hoewel hij in zijn
kluis in het bos van Noblat heel ver van het hof in Reims woonde, bleef
Leonardus goede contacten met koning Clovis onderhouden. En zo kon het
gebeuren, dat Clovis hem het voorrecht verleende om naar eigen oordeel
gevangenen de vrijheid te schenken. Van dat koninklijk privilege heeft
Leonardus volop gebruik gemaakt. Maar hij deed meer, als een allereerste
gevangenenpastor, zocht hij het gesprek met de gevangenen, hij luisterde naar
hun verhalen, hij begreep hoe ze op het slechte pad waren gekomen en hij wekte
hen op het rechte pad weer te bewandelen. Hij bleef hen begeleiden, soms wel
jaren.
Als we dit alles
overdenken gaat het beeld van Leonardus in ons midden spreken, dan ontdekken we
de gebroken boeien die de patroon van de gevangenen in zijn rechterhand houdt
en het evangelieboek dat hij met zijn linker draagt, de boodschap van Jezus die
hem in beweging heeft gebracht.
Vandaag viert de
Donk feest. Het gilde herdenkt met de mensen van Beek en Donk en gasten uit
Duitsland en Vlaanderen de wijding van de oude kapel uit 1422. De jaarlijkse
herdenking van de wijding van de oude kapel trok tot in de achttiende eeuw vele pelgrims. Ze kwamen van heinde en ver,
zo schrijft een van de pastoors van de Donk.
Nu, na meer dan
twee eeuwen, is de tijd rijp om het feest van de Donckse Wij-ing weer te vieren
met elkaar. Dit kleine kapelletje dat gildebroeders vierendertig jaar geleden
hier aan het riviertje de Goorloop hebben gebouwd als opvolger van de verdwenen
ruime kapel van 1422, moge tot in lengte van jaren een plek blijven waar mensen
bij het beeld van Leonardus even komen bidden, een kaars opsteken en gesterkt
weer verder gaan. Moge het geloof in Jezus, dat zich in daden van naastenliefde
uit, het fundament zijn waarop dit bedehuis is gebouwd. Dan kan het de ergste
stormwinden en regenbuien trotseren.
Amen
Voorbede
Gildebroeders
dragen symbolen aan:
gildebroeder Jan
Huijbers de Leonarduskaars,
gildebroeder Ruud
Vermeulen de boeien,
gildebroeder Piet
Rovers het kruis,
gildebroeders Mario
van den Elsen en Jan Rovers de Leonardusbroodjes.
Gildebroeder Cees
Huijbregts spreekt de gebedsintenties uit.
Allen beantwoorden
de gebedsintenties zingend met:
“Heer, onze God,
wij bidden U verhoor ons”.
De Leonarduskaars
vertelt ons van gebed, licht en warmte.
Wij bidden voor
alle mensen die, zoals Jezus en Leonardus, licht en warmte uitstralen,
die uitzicht bieden
en bemoediging in onze soms zo duistere en koude wereld.
Dat zij niet
ophouden stralende, warme mensen te zijn.
Bidden wij ook voor
hen die snakken naar een spoortje van licht, een beetje hartelijkheid.
Dat er mensen zijn
die hen horen en zien.
Laat ons zingend
bidden…
Koor en allen:
Heer, onze God wij bidden U verhoor ons.
De boeien
herinneren ons eraan dat Leonardus gevangenen bevrijdde.
Bidden wij voor hen
die om een losgeld gegijzeld worden, maar ook voor hen die in de gevangenis hun
straf uitzitten. Denken wij ook aan hen die verslaafd zijn aan alcohol, drugs
en gokspelen en aan hen die door hun driften worden geregeerd.
Bidden wij om
bevrijding van ons allemaal.
Vragen wij God dat
de enige band die mensen eens zal binden, de onderlinge liefde zal zijn.
Laat ons zingend
bidden…
Koor en allen:
Heer, onze God wij bidden U verhoor ons.
Het kruis is het
teken van ons geloof.
In het hart van het
kruis ontmoeten hemel en aarde elkaar.
Het kruis van
Golgotha is schandpaal en troon tegelijk.
Aan dat kruis werd
Jezus terechtgesteld, aan het kruis heeft zijn liefde gezegevierd.
Bidden wij aan de
voet van dit kruis voor onze zieken,
dat zij liefdevolle
aandacht mogen genieten
en voor onze
overledenen, dat zij voorgoed thuis mogen zijn bij God.
Dat wij de
nagedachtenis van onze overledenen in ere mogen houden.
Bidden wij ook voor
onszelf, dat wij het kruis in ons leven willen aanvaarden
en dat wij het
kruis van anderen proberen te verlichten.
Laat ons zingend
bidden…
Koor en allen:
Heer, onze God wij bidden U verhoor ons.
Brood is er om
gegeten te worden. Het geeft leven.
Leonardus deelde
zijn brood met armen, zwervers en pelgrims.
Het brood dat hij
uitdeelde bracht mensen samen, ze konden weer lachen,
er werd een
gemeenschap geboren.
Bidden wij, dat
voor ons brood meer mag betekenen dan de onderkant van ons beleg.
Dat brood voor ons
een teken mag zijn van het leven samen gedeeld, van vriendschap. Bidden wij dat
vriendschap duren zal, hier op de Donk, maar ook in de gildes van Sint
Leonardus verspreid over heel Europa. Dat de vijf en dertig jarige vriendschapsband
met Schützengesellschaft Gittelde tot in lengte van dagen bestendigd mag
worden. Dat wij goede contacten mogen onderhouden met de Vereniging Leonardus
in Zoutleeuw in Vlaanderen.
Laat ons zingend
bidden…
Koor en allen:
Heer, onze God wij bidden U verhoor ons.
Lied
Waar liefde mensen
samenvoegt
worden stenen een
paleis,
de kille straat een
lentetuin,
de hel een
paradijs.
Refrein:
Een land van licht
en zonneschijn,
een haard waar men
zich warmt:
een overvolle beker
wijn,
een mens die je omarmt.
De deur roept je
een welkom toe,
een stoel staat
voor je klaar;
de tafel is.
gastvrij gedekt,
een heerlijk
avondmaal.
Refrein:
Besprenkeling van
het beeld van Sint Leonardus
Besprenkeling van
de kapel van Sint Leonardus
Het beeld van Sint Leonardus
wordt in de kapel geplaatst
Lied bij de kapel
Zomaar een dak
boven wat hoofden,
deur die naar
stilte openstaat.
Muren van huid,
ramen als ogen
speurend naar hoop
en dageraad.
Huis dat een levend
lichaam wordt
als wij er
binnengaan
om recht voor God
te staan.
Woorden van ver,
vallende sterren,
vonken verleden
hier gezaaid.
Namen voor Hem,
dromen signalen
diep uit de wereld
aangewaaid.
Monden van aarde
horen en zien,
onthouden, spreken
voort
Gods vrij en
lichtend woord.
Tafel van Eén,
brood om te weten
dat wij elkaar
gegeven zijn.
Wonder van God,
mensen in vrede,
oud en vergeten
nieuw geheim.
Breken en delen,
zijn wat niet kan,
doen wat ondenkbaar
is,
dood en
verrijzenis.
Onze Vader
Diaken:
Laten wij bidden
tot God onze Vader met de woorden die Jezus ons gegeven heeft:
Allen:
Onze Vader, die in
de hemel zijt;
uw naam worde
geheiligd;
uw rijk kome;
uw wil geschiede op
aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons
dagelijks brood;
en vergeef ons onze
schuld,
zoals ook wij aan
anderen hun schuld vergeven;
en leid ons niet in
bekoring;
maar verlos ons van
het kwade.
Diaken:
Verlos ons, Heer,
van alle kwaad, geef vrede in onze dagen, dat wij gesteund door uw
barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonde, en beveiligd tegen alle onrust.
Hoopvol wachtend op de komst van Jezus, Messias, uw Zoon.
Allen:
Want van U is het
koninkrijk
en de kracht en de
heerlijkheid
in eeuwigheid. Amen
Vredeswens
Diaken:
Tot verbondenheid
en vrede roept Jezus ons samen. Hij biedt ons zijn vrede aan. “Mijn vrede laat
Ik u na”, sprak Hij tot zijn vrienden, “mijn vrede geef ik u”.
Zijn vrede mogen wij
elkaar van harte toewensen. Laten we elkaar dan een teken van vrede geven.
Gebed
Allen:
Goede God, uw Zoon
Jezus heeft blinden het gezicht teruggegeven, doven het gehoor. Lammen deed Hij
lopen en melaatsen maakte hij rein. Armen heeft Hij voedsel en hoop gegeven.
Ook zijn apostelen
hebben vele wonderdaden verricht.
De heilige
Leonardus volgde hen na. Zijn goede daden raakten wijd en zijd bekend. Hij
leefde uit de Blijde Boodschap van Jezus. Hij stond klaar voor mensen in nood.
Hij hielp hen naar lichaam en ziel. Vele gevangenen wist hij te bevrijden.
Wij danken U voor
zijn voorbeeld en wij vertrouwen op zijn
voorspraak bij U,
telkens als wij in deze kapel komen bidden. Amen
Mededelingen
Hoofdman Geert-Jan
van Rixtel Bzn
Zegen
Moge de zegen van
de Allerhoogste ons begeleiden van dag tot dag.
Moge onze God het
licht van zijn gelaat over ons doen opgaan
en ons vrede
schenken:
de Vader en Zoon en
de heilige Geest. Amen
Leonarduslied (vervolg)
Goede Jezus, hemelkoning,
hoor ons danklied, hoor ons bee.
Zegen Leonardus’ woning,
geef zijn volk geluk en vree. (2x)
Refrein:
O, Leonardus,
aanhoor ons lofgedicht.
Uw beeld zij ons een licht,
dat ons ten hemel richt
Leonardus, schutspatrone,
geef dat wij u hier beneen
trouw vereren en Gods Zone
loven door al d’ eeuwen heen. (2x)
Refrein
Laatst bewerkt op 5 juni 2013, 19:11. Geplaatst op 5 juni 2013, 18:59.Gebedsdienst kermismaandag
Gebedsviering in de Sint Leonarduskapel, op 10 september 2012 om 11.30 uur,
ter gelegenheid van het koning schieten aan de Goorloop in de namiddag
Vrij als vogels
Welkom en kruisteken
Voorzanger is gildebroeder Piet Rovers
Lied “Zo lang er mensen zijn”
t. H. Oosterhuis/ m. Lyon 1548
Zolang er mensen zijn op aarde,
zolang de aarde vruchten geeft,
zolang zijt Gij ons aller Vader;
Wij danken U voor al wat leeft.
Zolang de mensen woorden spreken,
zolang wij voor elkaar bestaan,
zolang zult Gij ons niet ontbreken:
wij danken U in Jezus’ Naam.
Gij voedt de vogels in de bomen,
Gij kleedt de bloemen op het veld,
o Heer, Gij zijt mijn onderkomen,
en al mijn dagen zijn geteld.
Gij zijt ons licht, ons eeuwig leven,
Gij redt de wereld van de dood.
Gij hebt uw Zoon aan ons gegeven,
zijn lichaam is het levend brood.
Daarom moet alles U aanbidden,
uw liefde heeft het voortgebracht.
Vader, Gij zelf zijt in ons midden.
O Heer, wij zijn van uw geslacht.
Gebed (allen)
God, die leeft in wat groeit en bloeit, Gij nodigt ons uit op U te vertrouwen en ons niet te veel zorgen te maken. Vrij als vogels, mooi als bloemen van het veld mogen wij zijn. Slechts een ding is noodzakelijk: dat we samen zoeken naar uw Rijk van gerechtigheid. Op uw woord zal al het overige ons als toegift geschonken worden. Amen
Lezing (gildebroeder Geert-Jan van Rixtel Bzn)
Dag lieve medemens,
neem de tijd om gelukkig te zijn,
je bent een wandelend wonder op aarde.
Je bent uniek, onvervangbaar.
Weet je dat?
Waarom sta je niet verstomd,
ben je niet blij,
verbaasd over jezelf
en over al die anderen om je heen?
Vind je het zo gewoon,
dat je leeft,
dat je leven mag?
Vind je het vanzelfsprekend,
dat je tijd krijgt om te zingen en te dansen?
Waarom zou je op jacht gaan naar steeds meer bezit?
Waarom zou je zorgen hebben
om de dingen van morgen en overmorgen?
Waarom ruzie maken, je vervelen, slapen als de zon schijnt?
Neem rustig de tijd om gelukkig te zijn.
Tijd is geen snelweg tussen wieg en graf,
maar ruimte om te parkeren in de zon,
om te leven en lief te hebben.
Lied
(enkele coupletten) t. M. v.d. Plas/m. W. ter Burg
Nu gaan de bloemen nog dood.
Nu gaat de zon nog onder.
Nooit gebeurt er een wonder,
niemand kan zonder brood.
Refrein:
Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde
Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde
Nu heb je nooit genoeg.
Nu blijf je steeds iets missen
en in het ongewisse
of je ooit krijgt wat je vroeg.
Refrein:
Daar is geen dorst of verdriet.
Daar zal God ons omgeven.
Daar is gelukkig leven.
En het eindigt niet.
Refrein:
Lezing uit het evangelie volgens Mattheüs (6, 26-33) (gildebroeder André van Nunen)
Kijk eens naar de vogels in de lucht, zei Jezus.
Ze denken er niet over om te zaaien en te oogsten en ze slaan geen voorraden op in schuren. En toch zorgt hun hemelse Vader voor hen.
Zijn jullie niet veel meer dan vogels?
Wie van jullie is er in staat om zijn leven ook maar met een enkele dag te verlengen, al spant hij zich nog zo in?
Hoeveel moeite doen jullie niet voor je kleding.
Bekijk toch eens de bloemen in het veld, hoe ze groeien en bloeien.
Ze tobben zich niet af en hebben geen kleren nodig.
Maar dit is zeker: koning Salomo zag er in al zijn pracht niet fraaier uit dan die veldbloemen.
Als God dus het onkruid, dat vandaag nog op het veld staat en morgen al wordt afgemaaid en opgestookt, zó kleedt, zou Hij dan niet voor jullie zorgen?
Pieker toch niet altijd: Zullen we te eten hebben? Hebben we wel te drinken? Zo pijnigen zich de mensen die God niet kennen.
Jullie Vader in de hemel weet wel, dat jullie dat alles nodig hebben.
Wees vooral bezorgd om Gods rijk en om wat God van jullie verlangt.
Al het andere geeft Hij jullie op de koop toe.
Denk dus niet krampachtig aan de dag van morgen. Voor morgen wordt er wel weer gezorgd. Iedere dag heeft al genoeg eigen zorgen.
Zo spreekt de Heer
Overweging
Ze trokken nu al een hele tijd met Hem op die twaalf mannen. Enthousiast hadden ze zijn stem gevolgd. Met Hem die de blijde boodschap verkondigde dat Gods Koninkrijk op aarde op handen was, voor de deur stond, waren ze op weg gegaan. Huis en haard hadden ze verlaten, hun netten in de boot laten liggen, vrouw en kinderen vaarwel gezegd. Maar met dat koninkrijk van God op aarde wilde het nog niet zo vlotten. Het kwam nog maar niet van de grond. Ze zagen er nog niets van komen. Ze dreigden de moed te verliezen, hun geloof kwijt te raken.
Kijk eens om je heen, zegt Jezus, kijk naar de vogels, hoe onbezorgd ze door de lucht buitelen. Ze werken niet als kleine boeren, ze zaaien niet, ze maaien niet, ze slaan niet op in schuren en toch hebben ze te eten. God geeft hun te eten. Die zorgt wel voor hen.
Vertrouw ook op God, als God zo goed voor die vogels zorgt, zou hij dat dan nog niet veel meer voor jullie doen? Jullie zijn toch wel meer waard dan vogels.
Zo spreekt Jezus zijn leerlingen moed in.
Als je logisch redeneert, dan heb je misschien heel wat af te dingen op Jezus’ voorstelling van zaken. Kinderpraat, mompel je misschien tussen je tanden.
Dat is nog niet zover van de werkelijkheid verwijderd. Jezus troost en bemoedigt zijn vrienden, zoals een moeder haar kleine kinderen kan troosten.
De logica is in dit gesprek niet doorslaggevend, maar de hartelijkheid en het onverwoestbare vertrouwen dat Jezus uitstraalt. Het is als het kusje op de knie van een huilend kind dat gevallen is en toevlucht zoekt in de armen van zijn moeder.
Zorgen zijn er genoeg in het leven, zegt Hij, maar zoek eerst, voordat je aan de slag gaat voor het dagelijks brood en het dak boven je hoofd, het koninkrijk van God. Als je daarmee begint, dan komt de rest vanzelf wel.
Gildebroeders, hoe klinken die woorden van Jezus ons in deze verkiezingstijd, met als zijn leuzen en beloften, sommigen zeggen loze beloften, in de oren? Is dit nu het verlossende woord van Jezus waarop we zitten te wachten of is het misschien wel de grootste kletspraat?
Het koninkrijk van God is geen ster of planeet, geen land, geen staatsvorm, geen partij, geen stuk onbedorven natuur of een vakantieparadijs. Als we het daar zoeken zullen we het nooit vinden, zal het ons eeuwig ontglippen.
Het koninkrijk van God is een levenshouding, a way of live, een manier waarop wij mensen met elkaar in Gods naam mogen omgaan, als gelijkwaardige, beminnenswaardige wezens, zijn kinderen, broeders en zusters van elkaar, zoals wij als gildebroeders en gildezusters dat met elkaar proberen te doen in het Leonardusgilde.
Het rijk van God heeft ongekende groeimogelijkheden: het kan op elk moment en onder alle omstandigheden overal ontluiken en beginnen te groeien, als mensen -zelfs als zijn het weinige, zelfs al zijn het er maar twee, er voor elkaar willen zijn.
Het rijk Gods is oneindig levenskrachtig, het is ook uiterst kwetsbaar. Het wordt tot in zijn hart bedreigd als mensen elkaar niet meer willen zien, elkaar de rug toekeren. Dan kan het zomaar ophouden te bestaan.
Wie zoekt naar het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, volgens Jezus onze belangrijkste opdracht, durft op God en op de medemensen te vertrouwen, ondanks alles, ondanks alle tegenslagen en ontgoochelingen. Die mens zal werkelijk vrij zijn, die zal zijn als een van die vogels die vrij door het luchtruim buitelen, waarover Jezus spreekt en die door God worden gevoed.
Ja, gildebroeders en gildezusters, onze schutspatroon Sint Leonardus was voorbestemd om als edelman op te groeien aan het hof van koning Clovis. Hij heeft de weelde en de rijkdommen van het paleis gelaten voor wat ze waren en heeft een eenvoudig bestaan als kluizenaar geleefd. Hij hielp de boeren in de omgeving, hij bood reizigers onderdak, hij wist vele gevangenen nabij te zijn en uit de kerker te bevrijden.
Hij bezat een onaantastbare innerlijke rijkdom, hij was vrij.
Hoe fijn het kan zijn om vrij en onbezorgd als vrienden bij elkaar te zijn, heb ik aflopen zaterdag op het Wipke bij het kermiskoning schieten ervaren. Wat was het gezellig. Het leek wel een grote familie. Een vleugje van het koninkrijk van God was onder ons.
Nu wij vandaag gaan schieten op de vogel aan de Goorloop, wens ik ons allemaal opnieuw de vreugde en de vrijheid toe van het samen broeder en zuster zijn.
Amen
Lied: “Looft de Heer al wat gemaakt is”
(enkele coupletten) t. H. Oosterhuis- m. Nu dyn leven.
Looft de Heer, al wat gemaakt is, prijst zijn Naam,
verheft Hem voor eeuwig, dankt voor uw bestaan.
Looft Hem die gezeten is op tronen van gezang.
Zingt als rivieren mee voor God: Hij leve lang.
Storm en aarde, bomen, stromen, zon en vuur,
gij wolken en dromen, nachten, dag en duur,
licht en donker, dood en leven, wereld, mensenzaad,
weest mondig en volmaakt, loof Hem met woord en daad.
Dauw en regen, vorst en koude, ijs en sneeuw,
de slang en de vis, de vogel en de leeuw,
geesten in de hemel en gij mensen met uw stem,
gelooft Hem op zijn woord, dat gij bestaat in Hem.
Voorbede (gildebroeder Frans Meulensteen)
Kleingelovigheid hoeft niet, zegt Jezus,
wel eerst het rijk Gods zoeken.
Gods Rijk zoeken is ons eerste doel,
de rest volgt dan vanzelf wel.
Bidden wij om deze levenshouding:
voor allen die graaien in voorraadschuren,
en verzamelen in bankkluizen:
dat zij zichzelf niet verliezen
in hun zorg om wat voorbijgaat...
laat ons bidden…
voor alle twijfelaars en weifelaars,
voor hen die niet weten
waar zij hun geluk moeten zoeken:
dat zij ergens houvast vinden,
en de toekomst met vertrouwen
tegemoet leren zien…
laat ons bidden…
voor onszelf hier samengekomen:
dat wij durven in te gaan op Jezus’ uitnodiging
het rijk Gods te zoeken
en dat wij het vinden mogen…
laat ons bidden…
dat wij als gildebroeders en –zusters
en vrienden van het gilde
kracht en moed mogen putten
uit het leven van onze schutspatroon Sint Leonardus,
die eenvoud verkoos boven rijkdom en macht,
die de helpende hand werd van armen en gevangenen…
laat ons bidden…
dat wij onze verbondenheid
met onze overleden gildebroeders en gildezusters
mogen bewaren en versterken,
dat wij ons dankbaar hun goede daden blijven herinneren
en dat zij bij God voor ons ten beste mogen spreken…
laat ons bidden…
God, roep hen die U nog niet zoeken,
en kom tegemoet aan wie reeds hoopvol naar U uitzien.
Wees, om Jezus’ en Leonardus’ wille,
ons aller geborgenheid en vrede.
Amen
Onze Vader en Wees gegroet
Slotgedachte (afgaande koning gildebroeder Mario van den Elsen)
“Let eens op de vogels”, hoorden we vandaag tot ons zeggen, “ze leven uit Gods hand.” Dat mogen wij ook: leven uit Gods hand, ons verlaten op Hem die vogels en mensen een warm hart toedraagt.
Zegen
Gildebroeders en –zusters,
moge de zegen van de Allerhoogste
over ons komen,
opdat er in ons leven veel liefde is en licht,
opdat we vruchtbaar zijn en vol kracht,
opdat vrede en recht van ons mogen uitgaan.
Moge de glans van Gods gelaat
over ons opgaan en stralen.
Zo zegene ons allen
de Eeuwige
de Vader, Zoon en heilige Geest.
Amen
Sint Leonarduslied
Leonardus, u ter ere,
klinke luid ons jubellied!
Trouwe dienaar van den Heere,
neen, gij smaadt ons zangen niet. (2x)
Refrein:
O, Leonardus,
aanhoor ons lofgedicht.
Uw beeld zij ons een licht,
dat ons ten hemel richt
Lange jaren, honderdtallen,
hield de Donk Sint Leenderd hoog.
’t Volk, dat u te voet kwam vallen,
hief gelovig ‘t hart omhoog. (2x)
Refrein
Leonardus, schutspatrone,
geef dat wij u hier beneen
trouw vereren en Gods Zone
loven door al de eeuwen heen. (2x)
Refrein
Laatst bewerkt op 9 oktober 2012, 19:24. Geplaatst op 9 oktober 2012, 19:09.Nieuwere berichten » «Oudere berichten
Donckse Wij-ing 2014
Feest van de Donckse Wij-ing
Gebedsdienst bij de Sint Leonarduskapel aan de Goorloop
op zondag 25 mei 2014 om 10.00 uur
Een eerbiedig en gezellig samenzijn van gildebroeders, gildezusters, vrienden en buurtgenoten, vereerders van Sint Leonardus
uit Beek en Donk en wijde omgeving.
De gezangen worden verzorgd door het Dameskoor Sint Leonardus
o.l.v. H. Heesakkers.
Voorganger: gildepastor diaken F. De Coninck
Openingszang: Het Leonarduslied (vier coupletten)
Allen:
Leonardus, u ter ere,
klinke luid ons jubellied!
Trouwe dienaar van den Heere,
neen, gij smaadt ons zangen niet. (2x)
Lange jaren, honderdtallen,
hield de Donk Sint Leendert hoog.
’t Volk, dat u te voet kwam vallen,
hief gelovig ‘t hart omhoog. (2x)
Refrein:
O, Leonardus,
aanhoor ons lofgedicht.
Uw beeld zij ons een licht,
dat ons ten hemel richt
Steeds in breder, breder scharen
trokken pelgrims naar de Donk.
Heind’ en verre klonk de mare
van ‘tgeen hun Sint Leendert schonk. (2x)
Leonardus, rouw en smarte
brak voor ’t Donkse kerkje aan.
Alles viel, - in Donkse harten
bleef uw naam geschreven staan. (2x)
Refrein:
O, Leonardus,
aanhoor ons lofgedicht.
Uw beeld zij ons een licht,
dat ons ten hemel richt
Begroeting en kruisteken
Inleidend woord door Hoofdman Geert-Jan van Rixtel Bzn
Gebed om bevrijding
Allen:
God onze Vader, Gij hebt aan de heilige Leonardus de gave geschonken om gevangenen te bevrijden.
Verleen ons, op zijn voorspraak, dat wij worden bevrijd
van wat ons leven bedreigt.
Te vaak zitten wij gevangen in ons falen, in ons verdriet,
in ons gebrek aan geloof, aan enthousiasme.
Maak ons tot vrije, gelukkige mensen.
Schenk ons vergiffenis en geef, dat wij anderen kunnen vergeven.
Dat vragen wij U door Jezus Christus onze Heer. Amen
Kyrie en Gloria: uit de Mis in D. van Theo van de Weijer
Lezing uit het eerste boek Koningen (1 Kon. 17, 8-16)
Gildebroeder Geert-Jan van Rixtel Fzn:
Er was een grote hongersnood uitgebroken die lang aanhield. De graanschuren waren leeg. Het voedsel was op. De profeet Elia zwierf dorstig en hongerig rond.
Toen hij bij de stadspoort van Serafat aankwam zag hij een weduwe die bezig was hout te sprokkelen. Hij riep haar en vroeg of ze een kommetje water wilde halen, zodat hij zijn dorst kon lessen. Terwijl ze wegliep om water te halen, riep hij haar na of ze ook een stuk brood voor hem wilde meenemen. “Zowaar de Heer, uw God, leeft,” antwoordde zij, “ik heb niets meer in voorraad, alleen een handjevol meel in de pot en een restje olijfolie in de kruik. Kijk, ik heb een paar takken geraapt om iets te eten te maken voor mijn zoon en mij. Als dat op is zullen we van honger sterven.” Maar Elia zei: “Maak u niet ongerust. Doe wat u van plan was, maar bak van wat u in huis hebt iets voor mij en kom me dat brengen. Daarna kunt u voor uzelf en uw zoon iets klaar maken, want dit zegt de Eeuwige, de God van Israël: Tot op de dag dat ik weer regen op de aarde zal laten vallen, zal er meel in de pot zijn en zal de oliekruik niet leeg raken.” De vrouw ging naar huis en deed wat Elia had gezegd. En ze hadden elke dag te eten, zij, Elia en haar familie. Er was meel in de pot en de oliekruik raakte niet leeg, zoals de Eeuwige bij monde van Elia had beloofd.
Zo spreekt de Heer
Het lied van de oprechte liefde (m. Auld lang syne)
Waar liefde mensen samenvoegt
worden stenen een paleis,
de kille straat een lentetuin,
de hel een paradijs.
Refrein:
Een land van licht en zonneschijn,
een haard waar men zich warmt:
een overvolle beker wijn,
een mens die je omarmt.
De deur roept je een welkom toe,
een stoel staat voor je klaar;
de tafel is. gastvrij gedekt,
een heerlijk avondmaal.
Refrein:
Lezing uit het heilig evangelie van onze Heer Jezus Christus volgens Lucas (4, 16-30)
Gildebroeder Frans Meulensteen
Jezus keerde gesterkt door de Geest terug naar Galilea. Het nieuws over Hem verspreidde zich in de hele streek. Hij gaf onderricht in de synagogen en werd door allen geprezen. Hij kwam ook in Nazaret, waar Hij was opgegroeid, en volgens zijn gewoonte ging Hij op sabbat naar de synagoge. Toen Hij opstond om voor te lezen, werd Hem de boekrol van de profeet Jesaja overhandigd, en Hij rolde hem af tot de plaats waar geschreven staat:
“De Geest van Heer rust op mij,
want Hij heeft mij gezalfd.
Om aan armen het goede nieuws te brengen
heeft Hij mij gezonden,
om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken
en aan blinden het herstel van hun zicht,
om onderdrukten hun vrijheid te geven,
om een genadejaar van de Heer uit te roepen.”
Hij rolde de boekrol op, gaf hem terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle aanwezigen in de synagoge waren op Hem gericht.
Hij zei tegen hen: “Vandaag hebben jullie deze schrifttekst in vervulling horen gaan.”
Zo spreekt de Heer
Overweging
Koorzang: Veni Jesu
Voorbede
Gildebroeders dragen symbolen aan:
gildebroeder Mario van den Elsen het kruis,
gildebroeder Jan Huijbers de Leonarduskaars,
gildebroeder Ruud Vermeulen de boeien,
gildebroeders Huub van de Heuvel en Jan Rovers manden met Leonardusbroodjes.
Gildebroeder Cees Huijbregts spreekt de gebedsintenties uit.
Na elke bede zingen allen met het koor:
Heer onze God, wij bidden U verhoor ons.
Vendelgebed
Gildebroeder Geert-Jan van Rixtel Fzn tromt,
gildebroeder Tijn van der Bruggen leest,
gildebroeder Frans Meulensteen vendelt.
Het koor zingt het Onze Vader (Rimski Korsakov)
Koorzang: Frieden en vredeswens
Gebed
Allen:
God onze Vader, wij danken U voor dit samenzijn bij de kapel. Wij herdachten de wijding van onze Donkse Sint Leonarduskapel. Moge de geest van het evangelie, zoals de heilige Leonardus die heeft uitgedragen, ons hart verwarmen. Mogen wij van dag tot dag elkaars bondgenoten zijn: in onze gezinnen, in het gilde, overal waar mensen zijn. Mogen we met elkaar vrij zijn en gelukkig en de uitdagingen van het leven samen aangaan. Dit bidden wij U door Jezus onze Broeder en Heer en op voorspraak van Sint Leonardus onze patroon. Amen
Mededelingen door Hoofdman Geert-Jan van Rixtel Bzn
Wijding van de Leonardusbroodjes
Voorganger:
Goede Vader in de hemel, die ons het leven schonk en ons behoedt,
wij danken U voor het goede voorbeeld van Leonardus van Noblat, die voor vele mensen een bevrijder was. Hij is de patroon van de mensen van de Donk en van ons gilde, al vele eeuwen.
Zegen deze Sint Leonardusbroodjes, opdat degenen die ze bewaren en eten erdoor gesterkt worden naar lichaam en ziel.
In de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. Amen
Zegen
Leonarduslied: overige coupletten
Allen:
Op den puinhoop waar zij knielden,
bouwde straks het nageslacht.
Hun geloof dat ons bezielde
heeft deez’ kerk tot stand gebracht. (2x)
Refrein:
O, Leonardus,
aanhoor ons lofgedicht.
Uw beeld zij ons een licht,
dat ons ten hemel richt
Goede Jezus, hemelkoning,
hoor ons danklied, hoor ons bee.
Zegen Leonardus’ woning,
geef zijn volk geluk en vree. (2x)
Leonardus, schutspatrone,
geef dat wij u hier beneen
trouw vereren en Gods Zone
loven door al d’ eeuwen heen. (2x)
Refrein:
O, Leonardus,
aanhoor ons lofgedicht.
Uw beeld zij ons een licht,
dat ons ten hemel richt
Laatst bewerkt op 26 mei 2014, 18:59. Geplaatst op 26 mei 2014, 16:35.Gebedsdienst jaarvergadering 2014
Jaarvergadering Gilde Sint-Leonardus Beek en Donk
18 januari 2014
Gebedsviering
Lied (Liederen worden ingezet door gildebroeder Piet Rovers)
Dank U voor deze nieuwe morgen,
dank U voor deze nieuwe dag,
dank U dat ik met vreugd’ en zorgen
bij U komen mag.
Dank U voor alle bloemengeuren,
dank U voor ieder klein geluk,
dank U voor alle held’re kleuren,
dank U voor muziek.
Dank U dat Gij hebt willen spreken,
dank U, Gij hoort een ieders taal,
dank U dat Gij het brood wilt breken
met ons allemaal
Welkom en kruisteken
Welkom gildebroeders, we beginnen onze jaarvergadering met gebed.
Wij willen God danken
voor al het goede dat ons in het voorbije jaar ten deel is gevallen
en wij bidden om zegen
voor het jaar dat nog voor ons open ligt.
De dagen worden weer langer, vooral ’s avonds is dat al een beetje te merken.
Bidden we,
dat het licht van God in ons komt
en ons verstand verheldert en ons hart verwarmt.
Laten we een ogenblik stil zijn,
als gildebroeder Jan Huijbers de Leonarduskaars aansteekt
en zeggen wij vooraf:
in de naam van de Vader en de Zoon en heilige Geest.
Amen
De Leonarduskaars wordt ontstoken (gildebroeder Jan Huybers)
Gebed (Allen)
En laten we samen bidden…
Goede God, Gij die er voor ons zijt,
van jaar tot jaar, van dag tot dag,
2014 is nog nieuw.
Wat zal het ons brengen?
Wij hopen,
dat er onder ons veel goeds zal ontkiemen,
en dat wij, mocht het ons treffen,
op waardige wijze
tegenslag en verdriet zullen dragen.
Dat vragen wij als gildebroeders ,
op voorspraak van Leonardus,
onze patroonheilige. Amen
Lezing uit het boek Prediker (3, 1-8, gildebroeder Frans Meulensteen)
Alles heeft zijn uur, alle dingen onder de hemel hebben hun tijd. Er is een tijd om te baren en een tijd om te sterven, een tijd om te planten en een tijd om wat geplant is te oogsten. Een tijd om te doden en een tijd om te genezen, een tijd om af te breken en een tijd om op te bouwen. Een tijd om te huilen en een tijd om te lachen, een tijd om te rouwen en een tijd om te dansen. Een tijd om stenen weg te gooien en een tijd om stenen te verzamelen, een tijd om te omhelzen en een tijd om van omhelzen af te zien. Een tijd om te zoeken en een tijd om te verliezen, een tijd om te bewaren en een tijd om weg te doen. Een tijd om stuk te scheuren en een tijd om te herstellen, een tijd om te zwijgen en een tijd om te spreken. Een tijd om lief te hebben en een tijd om te haten, een tijd voor oorlog en een tijd voor vrede.
Lied
Nu gaan de bloemen nog dood.
Nu gaat de zon nog onder.
Nooit gebeurt er een wonder,
niemand kan zonder brood.
Refrein
Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw,
de hemel en de aarde.
Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw,
de hemel en de aarde.
Nu heb je nooit genoeg.
Nu blijf je steeds iets missen
en in het ongewisse
of je ooit krijgt wat je vroeg Refrein
Daar is geen zon en geen maan.
Daar zal God ons verlichten.
Daar zullen alle gezichten
vol van zijn heerlijkheid staan Refrein
Lezing uit het evangelie volgens Marcus (4,26-29, gildebroeder Tijn van der Bruggen)
Het gaat met het Rijk Gods als met een man die zijn land bezaait; hij slaapt en staat op, ’s nachts en overdag, en onderwijl kiemt het zaad en schiet op, maar hij weet niet hoe. Uit eigen kracht brengt de aarde vruchten voort, eerst de groene halm, dan de aar, dan het volgroeide graan in de aar. Zodra de vrucht het toelaat, slaat hij er de sikkel in, want het is tijd voor de oogst.
Overweging
Het is vandaag alweer de achttiende dag van het nieuwe jaar 2014. Twee weken geleden ontmoetten wij elkaar met vrienden en bekenden voor een nieuwjaarsbijeenkomst op Het Wipke, met veel gezelligheid, een glaasje en ouderwets lekkere snert met roggebrood. En voor je het weet, begint het nieuwe jaar zijn nieuwheid al een beetje te verliezen.
Tijd: we leven erin, we kunnen niet zonder, als onze tijd ophoudt sterven we. Dan is onze tijd voorbij.
Veel mensen klagen dat ze tijd tekort komen, dat een week, een vakantieperiode, een jaar veel te vlug voorbij is gegaan. Zelfs mensen van het seniorenkoor die ik wekelijks zie, klagen erover dat de tijd voorbij vliegt, terwijl ze toch alle tijd van de wereld zouden moeten hebben, denk je.
Jonge mensen met kleine kinderen, moeten met hun tijd woekeren. Elke dag vroeg opstaan, met de kinderen de badkamer in, aankleden, ontbijten. Kinderen naar het kindcentrum brengen of naar een oppasmoeder en dan naar het werk. De vader naar het zijne, de moeder naar het hare. Tijdens de middagpauze nog wat boodschappen doen. Na vijf uur gauw naar huis, vaak in de file zitten, kinderen ophalen, eten koken, nog een spelletje, een verhaaltje voor het slapen, dan nog even languit op de bank, wat tv kijken, maar toch vroeg naar bed, want morgen weer vroeg op.
Maar over de wijze waarop mensen hun tijd gebruiken en beleven kan nog zo veel meer worden gezegd. Ieder kan er zijn eigen verhaal bij vertellen. Maar al dat slaven en draven wat mensen elke dag weer doen of niet doen, omdat ze gedwongen stilzitten, door werkloosheid of ziekte, een ongeluk, het kan op een gebed zonder eind lijken, een eindeloze worst, plat gezegd. Wat is de zin van al ons menselijk gedoe? Ik denk, dat de lezing uit het boek Prediker van meer dan twee duizend jaar geleden, herkenning bij ons kan oproepen en ons doen verzuchten dat er in al die eeuwen nog niet veel is veranderd. En dit is het voor ons, mensen, hiermee zullen we het moeten doen, lijkt Prediker te willen zeggen.
Jezus heeft vandaag ook een verhaal voor ons, het is niet lang, Hij heeft het verteld aan de mensen van zijn tijd. Ook al lang geleden, maar nog heel herkenbaar. Het gaat over een boer die hard werkt: ploegen, eggen, zaaien en afwachten hoe de oogst zal uitvallen. Het werk van de boer kan niet gemist worden en het is maar goed dat hij het gedaan heeft, maar waar komt de groeikracht van dat zaad vandaan? Zomaar komen de groene sprietjes op bij de eerste lentezon. Hij begrijpt er niets van, hij gaat naar bed en hij staat op, en hij snapt het niet, maar de aarde is zo vruchtbaar, de natuur zo sterk, kijk eens hoe het gewas op de akker zich onweerstaanbaar ontwikkelt: eerst de groene halm, dan de aar, dan het volgroeide graan in de aar. Als ik mijn ogen sluit bij deze woorden van Jezus dan is het net of ik naar een mooie opname uit een natuurfilm zit te kijken. En wat een vreugde als de tijd voor de oogst is aangebroken, dan slaat de boer onmiddellijk de sikkel in het rijpe koren.
Heel subtiel vertelt Jezus ons, dat we vertrouwen mogen hebben ook al zien we het in ons leven soms niet zitten, zijn we gefrustreerd, teleurgesteld, uitgeblust: we mogen vertrouwen op de oerkracht die ons draagt, die ons nooit in de steek laat en die ons brengen zal naar iets waar we voorlopig allen nog maar van kunnen dromen, maar we moeten wel meehelpen, zoals die boer. Amen
Voorbede (gildebroeder André van Nunen)
Jezus,
en velen in zijn voetspoor,
zoals onze patroonheilige Leonardus,
namen het op voor onderdrukte en kleingehouden mensen.
Bidden wij om mensen zoals zij voor de wereld van vandaag en morgen…
Voor mensen die moeten leven onder dwang en dictatuur:
dat er steeds weer mensen opstaan die zich verzetten tegen dit onrecht,
zoals ooit Leonardus deed en in onze tijd Nelson Mandela,
dat er onder ons voorgangers naar vrijheid en vrede mogen zijn.
Laat ons zingend bidden….
Voor mensen die,
bedacht op eigen welzijn,
anderen aan hun lot overlaten:
dat zij zich bekeren,
en in woord en daad
vruchtbaar worden voor de wereld …
Laat ons zingend bidden….
Voor ons, hier samengekomen:
dat Jezus’ verhaal van het stil kiemende graan
ons mag aanspreken,
dat zijn geest over ons vaardig mag worden,
opdat ook wij brood en vrede, licht en liefde delen met velen…
Laat ons zingend bidden….
Voor hen die ons dierbaar zijn,
voor de zieken onder ons,
voor gildebroeder Frans,
dat we hem en zijn gezin nabij en tot steun mogen zijn,
(Er wordt een kaarsje voor Frans aangestoken)
voor onze overleden gildebroeders en gildezusters
vandaag in het bijzonder voor Rieky Huijbregts
dat ze nu thuis mogen zijn bij God,
voor onze gildebroeder Cees,
dat hij troost en kracht mag ondervinden om toch weer verder te gaan.
Laat ons zingend bidden….
Maak vruchtbaar, God,
allen die zich aan U toevertrouwen.
Vervul ons allen van de gezindheid die in Jezus was,
opdat wij, zoals Hij,
mensen voor mensen worden.
Amen
Onze Vader
Wees gegroet
Vredeswens
Tot verbondenheid en vrede roept Jezus ons samen.
Hij biedt ons zijn vrede aan.
“Mijn vrede laat ik jullie na”,
sprak Hij tot zijn vrienden,
“mijn vrede geef ik jullie”.
Zijn vrede mogen wij elkaar van harte toewensen.
Laten wij elkaar een teken van vriendschap en vrede geven.
Slotgedachte (gildebroeder Geert-Jan van Rixtel Bzn)
Groeien is kunnen leven met onzekerheden, naar anderen toe gaan zonder vooroordelen, delen, ontvangen en geven, er zijn zonder te eisen, je in vrijheid binden, kiezen voor datgene wat mensen meer mens maakt.
Zending en zegen
Waar mensen gaan delen, wordt de wereld nieuw.
Zo wordt Gods droom de onze,
ontkiemt het zaad op onze akkers,
nog voor wij het beseffen.
Moge Hij ons daartoe zegenen,
in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest.
Amen
En gaan wij na het Leonarduslied heen in vrede
Sint Leonarduslied
Leonardus, u ter ere,
klinke luid ons jubellied!
Trouwe dienaar van den Heere,
neen, gij smaadt ons zangen niet. (2x)
Refrein:
O, Leonardus,
aanhoor ons lofgedicht.
Uw beeld zij ons een licht,
dat ons ten hemel richt
Lange jaren, honderdtallen,
hield de Donk Sint Leendert hoog.
’t Volk, dat u te voet kwam vallen,
hief gelovig ‘t hart omhoog. (2x)
Refrein
Leonardus,
schutspatrone,
geef dat wij u hier beneen
Trouw
vereren en Gods Zone
loven door al d’ eeuwen heen. (2x)
Refrein
Laatst bewerkt op 19 januari 2014, 18:54. Geplaatst op 19 januari 2014, 18:32.Eucharistieviering 3 november 2013
Het Gilde Sint-Leonardus vierde met de parochiegemeenschap van Beek en Donk
op zondag 3 november 2013 om 11.00 uur
in de kerk van de H. Michaël
het feest van zijn Patroon
Voorgangers: J. Verbraeken, pastoor en F. De Coninck, diaken-gildepastor
Acolieten: gildebroeders Cees Huijbregts en Jan Huijbers
Muzikale ondersteuning: Sint-Leonardusdameskoor
Dirigent H. Heesakkers, organiste A. Werners
Inleidend woord (diaken Franklin De Conick)
“Hier wordt een huis voor God gebouwd”, zongen we zojuist, een prachtig lied, dat toch een wrang gevoel in mij oproept, omdat op 13 januari van dit jaar een van de twee prachtige kerkgebouwen die ons dorp Beek en Donk rijk is, na ruim honderd jaar aan de eredienst werd onttrokken:
de Leonarduskerk, nog maar kortgeleden prachtig gerestaureerd. Toch werd de deur op slot gedaan. Het kon niet anders, want ter wille van de toekomst van ons bisdom moet er worden gereorganiseerd, het aantal parochies sterk worden ingekrompen, kerken gesloten.
Heel wat bewoners van de Donk bleven bedroefd achter. Ook het gilde Sint Leonardus had het er moeilijk mee. Maar nu zijn de gildebroeders en gildezusters toch met vele parochianen hier in deze Michaëlkerk in Beek samengekomen om het jaarlijks feest van hun patroonheilige te vieren.
Leonardus in Beek, in de Michaëlkerk, kan dat zo maar?
Ja, dat kan. Ik denk, dat Leonardus het er niet zo moeilijk mee heeft. Hij kan ons in ons gemis inspireren en bemoedigen.
De jonge Leonardus is niet op één plaats blijven plakken. Hij was niet aan het pluche van het hof van koning Clovis gehecht, maar is op pad gegaan zijn roeping achterna. Hij is de edelman, die kluizenaar werd, de helper van boeren, reizigers en gevangenen. Hij maakte een voetreis van meer dan duizend kilometer tot in de buurt van Limoges waar hij in het bos op de plek die Noblat genoemd werd een eenvoudige hut heeft gebouwd.
Dat het mooie Leonardusbeeld dat bijna een eeuw in de Donkse kerk stond en daar vereerd werd nu een ereplaats heeft gekregen in deze Michaëlkerk zal niet tegen de zin van Leonardus zijn. Hij is weer eens een stukje op reis gegaan. Leonardus ging vijftien honderd jaar geleden op pad en in een ruige streek heeft hij de mensen niet alleen door zijn prediking tot geloven aangezet, maar vooral door zijn daden van medemenselijkheid. In woord en daad heeft hij Jezus verkondigd en Gods liefde voorgeleefd. Leonardus kan wel tegen een stootje. Ook hier bij de aartsengel Michaël, voelt hij zich thuis en bij ons allemaal.
Jan Huijbers, gildebroeder, ik wil je vragen de kaars bij Leonardus te ontsteken en zo zijn licht onder ons te laten schijnen. Kom maar. En terwijl je de kaars aansteekt wil ik ook nog even zeggen, dat het vandaag de verjaardag is van onze medeparochiaan pater Eustachius van Lieshout die geboren werd op 3 november 1890. Hij werd missionaris van de paters van de H.H. Harten in Brazilië waar hij een soort volksheilige werd en zeer betreurd in 1943 stierf. Op vijftien juli 2006 is hij in Belo Horizonte zalig verklaard.
Homilie (diaken-gildepastor)
In de heilige Schrift waaruit de kerk van week tot week enkele gedeelten leest, vind je, te midden van die vele woorden, soms een korte samenvatting, zoals bij voorbeeld over het leven van de eerste christenen. Kort en bondig schrijft Lucas: “Allen die het geloof hadden aangenomen, waren eensgezind en bezaten alles gemeenschappelijk; ze waren gewoon hun bezittingen en goederen te verkopen en die onder allen te verdelen naar ieders behoefte. Dagelijks bezochten ze trouw en eensgezind de tempel, braken het brood in een of ander huis, genoten samen hun voedsel in blijdschap en eenvoud van het hart…”( Hand. 2, 44-46).
De evangelielezing van deze morgen bevat ook zo’n samenvatting,
maar dan van het optreden van Jezus.
Mattheüs schrijft: “….Jezus ging rond door alle steden en dorpen, waar Hij onderricht gaf in hun synagogen, de Blijde Boodschap verkondigde van het koninkrijk en alle ziekten en kwalen genas.”(Mt. 9, 35)
Jezus is op pad gegaan, hij heeft zijn land doorkruist en in de steden en dorpen waar Hij aankwam de Blijde Boodschap van de komst van Gods koninkrijk verkondigd, maar dat niet alleen: in die steden en dorpen heeft Hij mensen in hun nood geholpen, vooral hen die onder ziekten en kwalen gebukt gingen. Jezus optreden werd niet alleen door zijn woorden over God getekend, maar ook door zijn daden van mensenliefde. Woord en daad zijn bij Jezus niet los verkrijgbaar. Die zijn onverbrekelijk. Dat is een kernachtige samenvatting van zijn optreden.
Zo liet een van Jezus’ eerste leerlingen, Jacobus, het ons in de tweede lezing ook horen:
geloof zonder daden is een dood geloof.
De woorden van de profeet Jesaja die we in de eerste lezing beluisterden: “Ik ben door God gezalfd, om aan de armen de blijde boodschap te brengen, ik ben gezonden om te genezen wier hart gebroken is, gevangenen hun vrijlating te melden…”, heeft Jezus in de synagoge van zijn vaderstad Nazareth op zichzelf van toepassing verklaard. Zo zag Hij zijn roeping. “Deze woorden van de profeet gaan vandáág, ja nú, in vervulling”, zei Hij, toen aller ogen gespannen op Hem gericht waren, de mensen nieuwsgierig waren naar wat Hij nu wel zou gaan zeggen. Deze dienaar van God onder de mensen, beschreven door de profeet Jesaja, was Hij. Dat was heel zijn toespraak. Korter had Jezus het niet kunnen zeggen. (Luc. 4, 16-30)
Leonardus heeft deze levenswijze van Jezus nagevolgd. Zo heel veel weten we niet meer van hem. Hij leefde in een wereld die op zijn kop stond. Het Romeinse rijk was ingestort, nieuwe rijken, zoals dat van de Franken met de legendarische koning Clovis aan het hoofd, ontstonden met horten en stoten in een verscheurd, verward en verarmd Europa. En wat mensen zich, na al die jaren, nog van Leonardus kunnen herinneren, is dat hij gevangenen opzocht en troostte en heel wat van hen wist te bevrijden. Leonardus is de patroon van de gevangenen. Kijk nog maar eens goed naar zijn beeld in ons midden. En kijk naar zijn rechterhand. Die houdt een ketting vast, een ketting die losgemaakt is van de polsen van een gevangene. Dat beeld van Leonardus is ons, over alle eeuwen heen, bijgebleven.
Ook in onze tijd zitten nog vele mensen gevangen, in strafkampen, gevangenissen, huizen van bewaring of thuis met een enkelband. Maar er zijn ook mensen die opgesloten zitten in de economische crisis, die wel vooruit willen, maar niet kunnen. Er zijn er ook die niet los kunnen komen van hun verslaving, die niet buiten drugs of alcohol kunnen, of van hun computer, hun smart Phone, hun tablet kunnen afblijven.
Er zijn er ook die opgesloten zitten in maatschappelijke vooroordelen, omdat ze een andere huidskleur hebben, een andere geaardheid. We kunnen ook heel dicht bij ons zelf blijven en overdenken waarin we zelf zijn vastgelopen.
Leonardus kan voor velen onder ons een aansprekende dienaar van God zijn, de patroon van mensen die gevangen zijn, vast zitten in hun problemen. Leonardus is een heilige van heel lang geleden, maar uit de tijd is hij zeker niet, hij is nog altijd actueel. In zijn leven komen we op het spoor dat onze God een bevrijdende God is, dat Jezus niet anders heeft gedaan dan zwoegen om mensen weer op de been te helpen, ze met God en met elkaar te verzoenen, ze te bevrijden van hun tekortkomingen, van al wat hen bedrukte, zodat ze weer uitzicht kregen, zichzelf konden zijn en wegbereiders worden van Gods koninkrijk dat op handen is.
Leonardus heeft het visioen van Jezus op zijn eigen manier, in zijn eigen tijd, handen en voeten gegeven. En wij, voelen wij ons door Leonardus aangesproken om in onze eigen situatie daadwerkelijk iets voor mensen te doen, zodat ze weer een beetje vooruit kunnen? We vinden het misschien wel moeilijk, maar ook wij hebben net als Leonardus een kloppend hart en twee handen. Laten we luisteren naar ons hart en onze handen laten spreken. We hoeven er niet mee te koop te lopen, maar toch, alle kleine beetjes helpen en vele kleintjes maken een grote. Een vriendelijk woord, een glimlach kan voor een ander al zoveel betekenen.
Laten we tijdens deze plechtige eucharistieviering met zoveel mooie zang, toch nog eens nadenken wat Leonardus ons misschien ook nu nog in 2013 te zeggen heeft of wandel in de komende tijd nog eens langs de Goorloop op de Donk en als je daar die kleine Leonarduskapel ziet staan, ga er dan binnen. Ga op een bankje zitten, laat de stilte op je inwerken en steek een kaarsje op en besef dat ongeveer op deze plek al minstens sinds 1422 mensen bij Leonardus zijn komen bidden.
Amen
Laatst bewerkt op 4 november 2013, 20:22. Geplaatst op 4 november 2013, 19:17.Gebedsdienst Donckse Wij-ing 2013
Feest van de Donckse Wij-ing
Gebedsdienst bij de Sint Leonarduskapel aan de Goorloop
op zondag 2 juni 2013 om 10.00 uur
Een eerbiedig samenzijn van gildebroeders, gildezusters, vrienden en buurtgenoten, vereerders van Sint Leonardus uit Beek en Donk en wijde omgeving en met gasten uit Gittelde (D) en Zoutleeuw (B)
De gezangen worden verzorgd door Seniorenkoor Sint Joachim uit Beek en Donk,
dirigent is Hans Kempe, pianiste Jolanda Demirel.
Voorganger: gildeheer diaken F. De Coninck
Acolieten: gildebroeders Harrie van Dijk en Cees Huijbregts
Versiering: gildezuster Maria Huijbers
Begroeting door de diaken
Welkom allemaal, recht herzlich wilkommen liebe Brüder and Schwestern aus Gittelde, hartelijk welkom gildebroeders en gildezusters uit Zoutleeuw, laten wij allen hier aanwezig, elkaar begroeten in de naam de Eeuwige, die al van ons hield nog voor we geboren waren en die ons altijd zal beminnen:
in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest. Amen
En laten wij, gesteund door het Seniorenkoor Sint Joachim een loflied aanheffen.
Lied (coupletten 2 en 4)
Refrein:
Zingt een nieuw lied, alle landen.
Zingt voor de Heer en verheerlijkt zijn naam.
Groot is de Heer, die wij vrezen en prijzen!
Aarde en lucht komen vers uit zijn hand,
schoonheid en kracht vergezellen Hem beide:
wild is de zee en tevreden het land.
Refrein
Juicht wat in zee leeft, of leeft op de velden:
ziet uw Verlosser gaat komen, weest blij!
Wuift alle bomen der wouden, verwelkomt
juichend uw koning, want Hij is nabij!
Refrein
Welkom door hoofdman Geert-Jan van Rixtel Bzn
Wierook wordt aangestoken bij het beeld van Sint Leonardus
Sint Leonarduslied (drie coupletten)
Leonardus, u ter ere,
klinke luid ons jubellied!
Trouwe dienaar van den Heere,
neen, gij smaadt ons zangen niet. (2x)
Refrein:
O, Leonardus,
aanhoor ons lofgedicht.
Uw beeld zij ons een licht,
dat ons ten hemel richt
Lange jaren, honderdtallen,
hield de Donk Sint Leendert hoog.
’t Volk, dat u te voet kwam vallen
hief gelovig ‘t hart omhoog. (2x) Refrein
Steeds in breder, breder scharen
trokken pelgrims naar de Donk.
Heind’ en verre klonk de mare
van ‘tgeen hun Sint Leendert schonk. (2x) Refrein
Gebed
Allen:
God onze Vader, Gij hebt aan de heilige Leonardus de gave geschonken om gevangenen te bevrijden.
Verleen ons, op zijn voorspraak, dat wij worden bevrijd van alles wat ons leven bedreigt.
Wij zijn te vaak de gevangenen van onze onmacht, van ons verdriet, van ons gebrek aan geloof, hoop en liefde.
Maak ons tot vrije, gelukkige mensen.
Schenk ons vergiffenis en geef dat wij anderen kunnen vergeven.
Dat vragen wij U door Jezus Christus onze Heer. Amen
Lezing uit het eerste boek Koningen (17, 8-16)
Gildebroeder Frans Meulensteen:
Samen delen houdt mensen in leven
In heel het land heerste een ernstige hongersnood.
Toen kwam het woord van de Eeuwige tot de profeet Elia. “Vertrek naar Sarefat, dat onder Sidon valt, en ga daar wonen. Ik heb daar een weduwe bevolen voor u te zorgen.
Toen hij bij de stadspoort kwam was daar een weduwe hout aan het sprokkelen. Hij riep tot haar: “Wees zo goed en haal voor mij in deze kruik een beetje water. Ik zou graag wat drinken.” Toen zij het ging halen riep hij haar na: “Wees zo goed en breng ook een stuk brood mee.” Zij antwoordde: “Zowaar de Eeuwige, uw God, leeft, ik heb geen brood meer, alleen nog maar een handvol meel in een pot en een beetje olie in een kruik. Ik sprokkel nu wat hout en ga dadelijk naar huis om voor mij en voor mijn zoon voor het laatst eten klaar te maken. Daarna wacht ons de dood.”
Elia antwoordde: “Vrees niet, ga naar huis en doe wat u van plan bent, maar maak van het meel en de olie eerst een broodje voor mij en breng mij dat. Voor uzelf en uw zoon kunt u daarna zorgen. Want zo zegt de Eeuwige, de God van Israël: de pot met meel raakt niet leeg en de kruik met olie niet uitgeput, totdat de Eeuwige het weer laat regenen.”
Toen ging zij heen en deed wat Elia gezegd had, en dag aan dag hadden zij te eten, hij, zij en haar gezin. De pot met meel raakte niet leeg en de kruik met olie niet uitgeput, volgens het woord dat de Eeuwige gesproken had door Elia.
Zo spreekt de Heer.
Tussenzang (coupletten 1, 3 en 4)
Zingt voor de Heer van liefde en trouw,
die onder ons verblijven wou.
Zingt als het gras dat dankt voor dauw:
alleluja, alleluja.
Zingt voor de liefde die ons bindt,
die in ons hoofd haar woning vindt,
die in ons hart haar rijk begint;
alleluja, alleluja.
Zingt voor het heil dat komen gaat;
zingt voor de deur die open staat;
zingt voor de God die zingen laat;
alleluja, alleluja.
Lezing uit het evangelie volgens Matteüs (7,24-28)
Diaken:
Wie handelt naar Gods woord, bouwt op een stevig fundament.
Jezus sprak:
“Wie mijn woord hoort en ernaar handelt, gedraagt zich als een verstandige man die zijn huis op de rots heeft gebouwd. Er kwam een wolkbreuk en een geweldige overstroming, de stormen gierden en rukten aan het gebouw. Maar het stortte niet in. De fundamenten ervan stonden immers op de rots.
Maar wie mijn woorden hoort en er niet naar handelt, gedraagt zich als een onverstandige man. Hij bouwde zijn huis op het losse zand. Er kwam een wolkbreuk, een geweldige overstroming, de stormen gierden en rukten aan het huis, het viel in elkaar en het was één grote puinhoop.”
Zo spreekt de Heer
Overweging
De weduwe die door de profeet Elia wordt aangesproken was straatarm. Ze werd gemeden door de mensen in haar stad. Weduwen en wezen telden in die dagen nauwelijks mee.
Men liet hen links liggen.
Uitgerekend deze vrouw spreekt de profeet Elia, de man Gods die honger heeft, aan.
Hij vraagt haar om wat water en een broodje. Op dat ogenblik was ze juist van plan van het handje meel op de bodem van haar voorraadvat een laatste broodje te bakken voor haar zoon en haarzelf, het samen op te eten en de hongerdood af te wachten.
Toch bakt ze voor de vragende profeet een broodje. En dan gebeurt er een spijswonder dat duren zal totdat de hongersnood over zal zijn. Haar pot met meel raakte niet leeg, er was steeds voldoende olie in haar kruik, samen hadden ze te eten: de profeet Elia, haar zoon en zij zelf.
Wat mij in dit verhaal het meest aanspreekt is wat die straatarme vrouw doet. Het kleine beetje dat ze heeft deelt ze met een ander, een vreemdeling nog wel. Dat ze dát kan is voor mij het grote wonder van deze vertelling. Ze geeft wat ze heeft. Ze laat een ander niet in de steek.
Het is de overtuiging van onze geloofstraditie, dat waar mensen zo met elkaar omgaan, ze handelen naar Gods hart.
Dat de pot met meel niet leeg raakt tijdens de hongersnood, maakt ons, gelovigen, duidelijk, dat God achter die weduwe staat, dat zijn hart uitgaat naar mensen die met elkaar hun lief en leed delen.
Leonardus bouwde aan het begin van de zesde eeuw van onze jaartelling op een plek in een bos in de streek van Limoges die Noblat genoemd werd een hut. Hij wijdde zich daar aan gebed en Bijbellezing en stond klaar voor reizigers die bij hem aanklopten voor een maaltijd, een bed voor de nacht. Leonardus werd een raadgever van de boeren en werkte met hen mee. Zijn naam raakte bekend en nu na vijftienhonderd jaar is zijn naam nog steeds bekend. Hij werd een van de grote Europese heiligen die in kapellen en kerken in vele landen wordt vereerd.
Ook hier op de Donk, al minstens sinds 1422.
Misschien hebben mensen hier op de Donk en op al die plaatsen hun toevlucht bij Leonardus gezocht, en doen ze het nog, omdat Leonardus laat zien hoe een mens een leven kan leiden dat de moeite waard is voor God, voor de naasten en voor zichzelf. Leonardus wijst een weg van liefde en bevrijding, zonder rituelen, zonder geleerdheid. Hij is een man van het volk.
Hier in ons midden staat vandaag een Leonardusbeeld. Het is afkomstig uit de prachtige neogotische Leonarduskerk aan de Kapelstraat die helaas op 13 januari van dit jaar aan de eredienst is onttrokken. Het grote gepolychromeerde Leonardusbeeld in de kerk is na die laatste eredienst overgebracht naar de Heilige Michaëlkerk. Het kleine beeld, in eerlijk eiken, onbeschilderd, dat in de sacristie stond is nu door het parochiebestuur aan het Sint Leonardusgilde in bruikleen afgestaan. Het zal vandaag een ereplaats krijgen in deze kapel. Wij zijn het parochiebestuur zeer erkentelijk, dat Leonardus op de Donk kan blijven, want Leonardus hoort op de Donk, al minstens zes honderd jaar is hij er.
Leonardus is een heilige die ongeveer op de plek waar we nu staan, door de jaren heen is aangeroepen als mensen van de Donk het moeilijk hadden, als ze ongerust waren over hun gezondheid of die van hun dierbaren, als er ziekte heerste onder het vee, maar vooral is Leonardus wijd en zijd beroemd als de patroon van de gevangenen.
De levensgeschiedenis van Leonardus is daarom zo spannend, omdat hij helemaal niet arm had hoeven zijn, helemaal niet in een hut in de eenzaamheid had moeten wonen. Hij was van adel. Zijn bedje was gespreid. Clovis, de koning van de Franken, was zelfs zijn peetvader die hem bij zijn doop in zijn armen hield. De beroemde bisschop Remigius was zijn leermeester. Remigius vertelde hem over Jezus, de Zoon van God die afstand deed van macht en rijkdom, die zich bekommerde om de geknechte mens, die mensen wilde bevrijden van alles wat hen bedrukte, die hen vrij en gelukkig wilde maken.
Dat ideaal heeft de jonge Leonardus aangesproken. Hij voelde zich geroepen Jezus’ voorbeeld te volgen en de handen uit de mouwen te steken zoals Jezus heeft gedaan. Voor Leonardus vielen godsdienst en mensendienst samen. Ik denk dat deze christelijke levenswijze velen onder ons zal aanspreken en dat daarom Leonardus al alle vele eeuwen een alom geliefde heilige is, een volksheilige.
Hoewel hij in zijn kluis in het bos van Noblat heel ver van het hof in Reims woonde, bleef Leonardus goede contacten met koning Clovis onderhouden. En zo kon het gebeuren, dat Clovis hem het voorrecht verleende om naar eigen oordeel gevangenen de vrijheid te schenken. Van dat koninklijk privilege heeft Leonardus volop gebruik gemaakt. Maar hij deed meer, als een allereerste gevangenenpastor, zocht hij het gesprek met de gevangenen, hij luisterde naar hun verhalen, hij begreep hoe ze op het slechte pad waren gekomen en hij wekte hen op het rechte pad weer te bewandelen. Hij bleef hen begeleiden, soms wel jaren.
Als we dit alles overdenken gaat het beeld van Leonardus in ons midden spreken, dan ontdekken we de gebroken boeien die de patroon van de gevangenen in zijn rechterhand houdt en het evangelieboek dat hij met zijn linker draagt, de boodschap van Jezus die hem in beweging heeft gebracht.
Vandaag viert de Donk feest. Het gilde herdenkt met de mensen van Beek en Donk en gasten uit Duitsland en Vlaanderen de wijding van de oude kapel uit 1422. De jaarlijkse herdenking van de wijding van de oude kapel trok tot in de achttiende eeuw vele pelgrims. Ze kwamen van heinde en ver, zo schrijft een van de pastoors van de Donk.
Nu, na meer dan twee eeuwen, is de tijd rijp om het feest van de Donckse Wij-ing weer te vieren met elkaar. Dit kleine kapelletje dat gildebroeders vierendertig jaar geleden hier aan het riviertje de Goorloop hebben gebouwd als opvolger van de verdwenen ruime kapel van 1422, moge tot in lengte van jaren een plek blijven waar mensen bij het beeld van Leonardus even komen bidden, een kaars opsteken en gesterkt weer verder gaan. Moge het geloof in Jezus, dat zich in daden van naastenliefde uit, het fundament zijn waarop dit bedehuis is gebouwd. Dan kan het de ergste stormwinden en regenbuien trotseren.
Amen
Voorbede
Gildebroeders dragen symbolen aan:
gildebroeder Jan Huijbers de Leonarduskaars,
gildebroeder Ruud Vermeulen de boeien,
gildebroeder Piet Rovers het kruis,
gildebroeders Mario van den Elsen en Jan Rovers de Leonardusbroodjes.
Gildebroeder Cees Huijbregts spreekt de gebedsintenties uit.
Allen beantwoorden de gebedsintenties zingend met:
“Heer, onze God, wij bidden U verhoor ons”.
De Leonarduskaars vertelt ons van gebed, licht en warmte.
Wij bidden voor alle mensen die, zoals Jezus en Leonardus, licht en warmte uitstralen,
die uitzicht bieden en bemoediging in onze soms zo duistere en koude wereld.
Dat zij niet ophouden stralende, warme mensen te zijn.
Bidden wij ook voor hen die snakken naar een spoortje van licht, een beetje hartelijkheid.
Dat er mensen zijn die hen horen en zien.
Laat ons zingend bidden…
Koor en allen: Heer, onze God wij bidden U verhoor ons.
De boeien herinneren ons eraan dat Leonardus gevangenen bevrijdde.
Bidden wij voor hen die om een losgeld gegijzeld worden, maar ook voor hen die in de gevangenis hun straf uitzitten. Denken wij ook aan hen die verslaafd zijn aan alcohol, drugs en gokspelen en aan hen die door hun driften worden geregeerd.
Bidden wij om bevrijding van ons allemaal.
Vragen wij God dat de enige band die mensen eens zal binden, de onderlinge liefde zal zijn.
Laat ons zingend bidden…
Koor en allen: Heer, onze God wij bidden U verhoor ons.
Het kruis is het teken van ons geloof.
In het hart van het kruis ontmoeten hemel en aarde elkaar.
Het kruis van Golgotha is schandpaal en troon tegelijk.
Aan dat kruis werd Jezus terechtgesteld, aan het kruis heeft zijn liefde gezegevierd.
Bidden wij aan de voet van dit kruis voor onze zieken,
dat zij liefdevolle aandacht mogen genieten
en voor onze overledenen, dat zij voorgoed thuis mogen zijn bij God.
Dat wij de nagedachtenis van onze overledenen in ere mogen houden.
Bidden wij ook voor onszelf, dat wij het kruis in ons leven willen aanvaarden
en dat wij het kruis van anderen proberen te verlichten.
Laat ons zingend bidden…
Koor en allen: Heer, onze God wij bidden U verhoor ons.
Brood is er om gegeten te worden. Het geeft leven.
Leonardus deelde zijn brood met armen, zwervers en pelgrims.
Het brood dat hij uitdeelde bracht mensen samen, ze konden weer lachen,
er werd een gemeenschap geboren.
Bidden wij, dat voor ons brood meer mag betekenen dan de onderkant van ons beleg.
Dat brood voor ons een teken mag zijn van het leven samen gedeeld, van vriendschap. Bidden wij dat vriendschap duren zal, hier op de Donk, maar ook in de gildes van Sint Leonardus verspreid over heel Europa. Dat de vijf en dertig jarige vriendschapsband met Schützengesellschaft Gittelde tot in lengte van dagen bestendigd mag worden. Dat wij goede contacten mogen onderhouden met de Vereniging Leonardus in Zoutleeuw in Vlaanderen.
Laat ons zingend bidden…
Koor en allen: Heer, onze God wij bidden U verhoor ons.
Lied
Waar liefde mensen samenvoegt
worden stenen een paleis,
de kille straat een lentetuin,
de hel een paradijs.
Refrein:
Een land van licht en zonneschijn,
een haard waar men zich warmt:
een overvolle beker wijn,
een mens die je omarmt.
De deur roept je een welkom toe,
een stoel staat voor je klaar;
de tafel is. gastvrij gedekt,
een heerlijk avondmaal.
Refrein:
Besprenkeling van het beeld van Sint Leonardus
Besprenkeling van de kapel van Sint Leonardus
Het beeld van Sint Leonardus wordt in de kapel geplaatst
Lied bij de kapel
Zomaar een dak boven wat hoofden,
deur die naar stilte openstaat.
Muren van huid, ramen als ogen
speurend naar hoop en dageraad.
Huis dat een levend lichaam wordt
als wij er binnengaan
om recht voor God te staan.
Woorden van ver, vallende sterren,
vonken verleden hier gezaaid.
Namen voor Hem, dromen signalen
diep uit de wereld aangewaaid.
Monden van aarde horen en zien,
onthouden, spreken voort
Gods vrij en lichtend woord.
Tafel van Eén, brood om te weten
dat wij elkaar gegeven zijn.
Wonder van God, mensen in vrede,
oud en vergeten nieuw geheim.
Breken en delen, zijn wat niet kan,
doen wat ondenkbaar is,
dood en verrijzenis.
Onze Vader
Diaken:
Laten wij bidden tot God onze Vader met de woorden die Jezus ons gegeven heeft:
Allen:
Onze Vader, die in de hemel zijt;
uw naam worde geheiligd;
uw rijk kome;
uw wil geschiede op aarde zoals in de hemel.
Geef ons heden ons dagelijks brood;
en vergeef ons onze schuld,
zoals ook wij aan anderen hun schuld vergeven;
en leid ons niet in bekoring;
maar verlos ons van het kwade.
Diaken:
Verlos ons, Heer, van alle kwaad, geef vrede in onze dagen, dat wij gesteund door uw barmhartigheid, vrij mogen zijn van zonde, en beveiligd tegen alle onrust. Hoopvol wachtend op de komst van Jezus, Messias, uw Zoon.
Allen:
Want van U is het koninkrijk
en de kracht en de heerlijkheid
in eeuwigheid. Amen
Vredeswens
Diaken:
Tot verbondenheid en vrede roept Jezus ons samen. Hij biedt ons zijn vrede aan. “Mijn vrede laat Ik u na”, sprak Hij tot zijn vrienden, “mijn vrede geef ik u”.
Zijn vrede mogen wij elkaar van harte toewensen. Laten we elkaar dan een teken van vrede geven.
Gebed
Allen:
Goede God, uw Zoon Jezus heeft blinden het gezicht teruggegeven, doven het gehoor. Lammen deed Hij lopen en melaatsen maakte hij rein. Armen heeft Hij voedsel en hoop gegeven.
Ook zijn apostelen hebben vele wonderdaden verricht.
De heilige Leonardus volgde hen na. Zijn goede daden raakten wijd en zijd bekend. Hij leefde uit de Blijde Boodschap van Jezus. Hij stond klaar voor mensen in nood. Hij hielp hen naar lichaam en ziel. Vele gevangenen wist hij te bevrijden.
Wij danken U voor zijn voorbeeld en wij vertrouwen op zijn
voorspraak bij U, telkens als wij in deze kapel komen bidden. Amen
Mededelingen
Hoofdman Geert-Jan van Rixtel Bzn
Zegen
Moge de zegen van de Allerhoogste ons begeleiden van dag tot dag.
Moge onze God het licht van zijn gelaat over ons doen opgaan
en ons vrede schenken:
de Vader en Zoon en de heilige Geest. Amen
Leonarduslied (vervolg)
Goede Jezus, hemelkoning,
hoor ons danklied, hoor ons bee.
Zegen Leonardus’ woning,
geef zijn volk geluk en vree. (2x)
Refrein:
O, Leonardus,
aanhoor ons lofgedicht.
Uw beeld zij ons een licht,
dat ons ten hemel richt
Leonardus, schutspatrone,
geef dat wij u hier beneen
trouw vereren en Gods Zone
loven door al d’ eeuwen heen. (2x)
Refrein
Laatst bewerkt op 5 juni 2013, 19:11. Geplaatst op 5 juni 2013, 18:59.
Gebedsdienst kermismaandag
Gebedsviering in de Sint Leonarduskapel, op 10 september 2012 om 11.30 uur,
ter gelegenheid van het koning schieten aan de Goorloop in de namiddag
Vrij als vogels
Welkom en kruisteken
Voorzanger is gildebroeder Piet Rovers
Lied “Zo lang er mensen zijn”
t. H. Oosterhuis/ m. Lyon 1548
Zolang er mensen zijn op aarde,
zolang de aarde vruchten geeft,
zolang zijt Gij ons aller Vader;
Wij danken U voor al wat leeft.
Zolang de mensen woorden spreken,
zolang wij voor elkaar bestaan,
zolang zult Gij ons niet ontbreken:
wij danken U in Jezus’ Naam.
Gij voedt de vogels in de bomen,
Gij kleedt de bloemen op het veld,
o Heer, Gij zijt mijn onderkomen,
en al mijn dagen zijn geteld.
Gij zijt ons licht, ons eeuwig leven,
Gij redt de wereld van de dood.
Gij hebt uw Zoon aan ons gegeven,
zijn lichaam is het levend brood.
Daarom moet alles U aanbidden,
uw liefde heeft het voortgebracht.
Vader, Gij zelf zijt in ons midden.
O Heer, wij zijn van uw geslacht.
Gebed (allen)
God, die leeft in wat groeit en bloeit, Gij nodigt ons uit op U te vertrouwen en ons niet te veel zorgen te maken. Vrij als vogels, mooi als bloemen van het veld mogen wij zijn. Slechts een ding is noodzakelijk: dat we samen zoeken naar uw Rijk van gerechtigheid. Op uw woord zal al het overige ons als toegift geschonken worden. Amen
Lezing (gildebroeder Geert-Jan van Rixtel Bzn)
Dag lieve medemens,
neem de tijd om gelukkig te zijn,
je bent een wandelend wonder op aarde.
Je bent uniek, onvervangbaar.
Weet je dat?
Waarom sta je niet verstomd,
ben je niet blij,
verbaasd over jezelf
en over al die anderen om je heen?
Vind je het zo gewoon,
dat je leeft,
dat je leven mag?
Vind je het vanzelfsprekend,
dat je tijd krijgt om te zingen en te dansen?
Waarom zou je op jacht gaan naar steeds meer bezit?
Waarom zou je zorgen hebben
om de dingen van morgen en overmorgen?
Waarom ruzie maken, je vervelen, slapen als de zon schijnt?
Neem rustig de tijd om gelukkig te zijn.
Tijd is geen snelweg tussen wieg en graf,
maar ruimte om te parkeren in de zon,
om te leven en lief te hebben.
Lied
(enkele coupletten) t. M. v.d. Plas/m. W. ter Burg
Nu gaan de bloemen nog dood.
Nu gaat de zon nog onder.
Nooit gebeurt er een wonder,
niemand kan zonder brood.
Refrein:
Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde
Stil maar, wacht maar, alles wordt nieuw, de hemel en de aarde
Nu heb je nooit genoeg.
Nu blijf je steeds iets missen
en in het ongewisse
of je ooit krijgt wat je vroeg.
Refrein:
Daar is geen dorst of verdriet.
Daar zal God ons omgeven.
Daar is gelukkig leven.
En het eindigt niet.
Refrein:
Lezing uit het evangelie volgens Mattheüs (6, 26-33) (gildebroeder André van Nunen)
Kijk eens naar de vogels in de lucht, zei Jezus.
Ze denken er niet over om te zaaien en te oogsten en ze slaan geen voorraden op in schuren. En toch zorgt hun hemelse Vader voor hen.
Zijn jullie niet veel meer dan vogels?
Wie van jullie is er in staat om zijn leven ook maar met een enkele dag te verlengen, al spant hij zich nog zo in?
Hoeveel moeite doen jullie niet voor je kleding.
Bekijk toch eens de bloemen in het veld, hoe ze groeien en bloeien.
Ze tobben zich niet af en hebben geen kleren nodig.
Maar dit is zeker: koning Salomo zag er in al zijn pracht niet fraaier uit dan die veldbloemen.
Als God dus het onkruid, dat vandaag nog op het veld staat en morgen al wordt afgemaaid en opgestookt, zó kleedt, zou Hij dan niet voor jullie zorgen?
Pieker toch niet altijd: Zullen we te eten hebben? Hebben we wel te drinken? Zo pijnigen zich de mensen die God niet kennen.
Jullie Vader in de hemel weet wel, dat jullie dat alles nodig hebben.
Wees vooral bezorgd om Gods rijk en om wat God van jullie verlangt.
Al het andere geeft Hij jullie op de koop toe.
Denk dus niet krampachtig aan de dag van morgen. Voor morgen wordt er wel weer gezorgd. Iedere dag heeft al genoeg eigen zorgen.
Zo spreekt de Heer
Overweging
Ze trokken nu al een hele tijd met Hem op die twaalf mannen. Enthousiast hadden ze zijn stem gevolgd. Met Hem die de blijde boodschap verkondigde dat Gods Koninkrijk op aarde op handen was, voor de deur stond, waren ze op weg gegaan. Huis en haard hadden ze verlaten, hun netten in de boot laten liggen, vrouw en kinderen vaarwel gezegd. Maar met dat koninkrijk van God op aarde wilde het nog niet zo vlotten. Het kwam nog maar niet van de grond. Ze zagen er nog niets van komen. Ze dreigden de moed te verliezen, hun geloof kwijt te raken.
Kijk eens om je heen, zegt Jezus, kijk naar de vogels, hoe onbezorgd ze door de lucht buitelen. Ze werken niet als kleine boeren, ze zaaien niet, ze maaien niet, ze slaan niet op in schuren en toch hebben ze te eten. God geeft hun te eten. Die zorgt wel voor hen.
Vertrouw ook op God, als God zo goed voor die vogels zorgt, zou hij dat dan nog niet veel meer voor jullie doen? Jullie zijn toch wel meer waard dan vogels.
Zo spreekt Jezus zijn leerlingen moed in.
Als je logisch redeneert, dan heb je misschien heel wat af te dingen op Jezus’ voorstelling van zaken. Kinderpraat, mompel je misschien tussen je tanden.
Dat is nog niet zover van de werkelijkheid verwijderd. Jezus troost en bemoedigt zijn vrienden, zoals een moeder haar kleine kinderen kan troosten.
De logica is in dit gesprek niet doorslaggevend, maar de hartelijkheid en het onverwoestbare vertrouwen dat Jezus uitstraalt. Het is als het kusje op de knie van een huilend kind dat gevallen is en toevlucht zoekt in de armen van zijn moeder.
Zorgen zijn er genoeg in het leven, zegt Hij, maar zoek eerst, voordat je aan de slag gaat voor het dagelijks brood en het dak boven je hoofd, het koninkrijk van God. Als je daarmee begint, dan komt de rest vanzelf wel.
Gildebroeders, hoe klinken die woorden van Jezus ons in deze verkiezingstijd, met als zijn leuzen en beloften, sommigen zeggen loze beloften, in de oren? Is dit nu het verlossende woord van Jezus waarop we zitten te wachten of is het misschien wel de grootste kletspraat?
Het koninkrijk van God is geen ster of planeet, geen land, geen staatsvorm, geen partij, geen stuk onbedorven natuur of een vakantieparadijs. Als we het daar zoeken zullen we het nooit vinden, zal het ons eeuwig ontglippen.
Het koninkrijk van God is een levenshouding, a way of live, een manier waarop wij mensen met elkaar in Gods naam mogen omgaan, als gelijkwaardige, beminnenswaardige wezens, zijn kinderen, broeders en zusters van elkaar, zoals wij als gildebroeders en gildezusters dat met elkaar proberen te doen in het Leonardusgilde.
Het rijk van God heeft ongekende groeimogelijkheden: het kan op elk moment en onder alle omstandigheden overal ontluiken en beginnen te groeien, als mensen -zelfs als zijn het weinige, zelfs al zijn het er maar twee, er voor elkaar willen zijn.
Het rijk Gods is oneindig levenskrachtig, het is ook uiterst kwetsbaar. Het wordt tot in zijn hart bedreigd als mensen elkaar niet meer willen zien, elkaar de rug toekeren. Dan kan het zomaar ophouden te bestaan.
Wie zoekt naar het koninkrijk van God en zijn gerechtigheid, volgens Jezus onze belangrijkste opdracht, durft op God en op de medemensen te vertrouwen, ondanks alles, ondanks alle tegenslagen en ontgoochelingen. Die mens zal werkelijk vrij zijn, die zal zijn als een van die vogels die vrij door het luchtruim buitelen, waarover Jezus spreekt en die door God worden gevoed.
Ja, gildebroeders en gildezusters, onze schutspatroon Sint Leonardus was voorbestemd om als edelman op te groeien aan het hof van koning Clovis. Hij heeft de weelde en de rijkdommen van het paleis gelaten voor wat ze waren en heeft een eenvoudig bestaan als kluizenaar geleefd. Hij hielp de boeren in de omgeving, hij bood reizigers onderdak, hij wist vele gevangenen nabij te zijn en uit de kerker te bevrijden.
Hij bezat een onaantastbare innerlijke rijkdom, hij was vrij.
Hoe fijn het kan zijn om vrij en onbezorgd als vrienden bij elkaar te zijn, heb ik aflopen zaterdag op het Wipke bij het kermiskoning schieten ervaren. Wat was het gezellig. Het leek wel een grote familie. Een vleugje van het koninkrijk van God was onder ons.
Nu wij vandaag gaan schieten op de vogel aan de Goorloop, wens ik ons allemaal opnieuw de vreugde en de vrijheid toe van het samen broeder en zuster zijn.
Amen
Lied: “Looft de Heer al wat gemaakt is”
(enkele coupletten) t. H. Oosterhuis- m. Nu dyn leven.
Looft de Heer, al wat gemaakt is, prijst zijn Naam,
verheft Hem voor eeuwig, dankt voor uw bestaan.
Looft Hem die gezeten is op tronen van gezang.
Zingt als rivieren mee voor God: Hij leve lang.
Storm en aarde, bomen, stromen, zon en vuur,
gij wolken en dromen, nachten, dag en duur,
licht en donker, dood en leven, wereld, mensenzaad,
weest mondig en volmaakt, loof Hem met woord en daad.
Dauw en regen, vorst en koude, ijs en sneeuw,
de slang en de vis, de vogel en de leeuw,
geesten in de hemel en gij mensen met uw stem,
gelooft Hem op zijn woord, dat gij bestaat in Hem.
Voorbede (gildebroeder Frans Meulensteen)
Kleingelovigheid hoeft niet, zegt Jezus,
wel eerst het rijk Gods zoeken.
Gods Rijk zoeken is ons eerste doel,
de rest volgt dan vanzelf wel.
Bidden wij om deze levenshouding:
voor allen die graaien in voorraadschuren,
en verzamelen in bankkluizen:
dat zij zichzelf niet verliezen
in hun zorg om wat voorbijgaat...
laat ons bidden…
voor alle twijfelaars en weifelaars,
voor hen die niet weten
waar zij hun geluk moeten zoeken:
dat zij ergens houvast vinden,
en de toekomst met vertrouwen
tegemoet leren zien…
laat ons bidden…
voor onszelf hier samengekomen:
dat wij durven in te gaan op Jezus’ uitnodiging
het rijk Gods te zoeken
en dat wij het vinden mogen…
laat ons bidden…
dat wij als gildebroeders en –zusters
en vrienden van het gilde
kracht en moed mogen putten
uit het leven van onze schutspatroon Sint Leonardus,
die eenvoud verkoos boven rijkdom en macht,
die de helpende hand werd van armen en gevangenen…
laat ons bidden…
dat wij onze verbondenheid
met onze overleden gildebroeders en gildezusters
mogen bewaren en versterken,
dat wij ons dankbaar hun goede daden blijven herinneren
en dat zij bij God voor ons ten beste mogen spreken…
laat ons bidden…
God, roep hen die U nog niet zoeken,
en kom tegemoet aan wie reeds hoopvol naar U uitzien.
Wees, om Jezus’ en Leonardus’ wille,
ons aller geborgenheid en vrede.
Amen
Onze Vader en Wees gegroet
Slotgedachte (afgaande koning gildebroeder Mario van den Elsen)
“Let eens op de vogels”, hoorden we vandaag tot ons zeggen, “ze leven uit Gods hand.” Dat mogen wij ook: leven uit Gods hand, ons verlaten op Hem die vogels en mensen een warm hart toedraagt.
Zegen
Gildebroeders en –zusters,
moge de zegen van de Allerhoogste
over ons komen,
opdat er in ons leven veel liefde is en licht,
opdat we vruchtbaar zijn en vol kracht,
opdat vrede en recht van ons mogen uitgaan.
Moge de glans van Gods gelaat
over ons opgaan en stralen.
Zo zegene ons allen
de Eeuwige
de Vader, Zoon en heilige Geest.
Amen
Sint Leonarduslied
Leonardus, u ter ere,
klinke luid ons jubellied!
Trouwe dienaar van den Heere,
neen, gij smaadt ons zangen niet. (2x)
Refrein:
O, Leonardus,
aanhoor ons lofgedicht.
Uw beeld zij ons een licht,
dat ons ten hemel richt
Lange jaren, honderdtallen,
hield de Donk Sint Leenderd hoog.
’t Volk, dat u te voet kwam vallen,
hief gelovig ‘t hart omhoog. (2x)
Refrein
Leonardus, schutspatrone,
geef dat wij u hier beneen
trouw vereren en Gods Zone
loven door al de eeuwen heen. (2x)
Refrein
Laatst bewerkt op 9 oktober 2012, 19:24. Geplaatst op 9 oktober 2012, 19:09.